Uitputting of een burn-out wordt door de reguliere hulpverlening vaak gezien als een persoonlijk of geïsoleerd probleem. Maar herstel is alleen mogelijk door onszelf te zien in relatie tot de omgeving en de systemen waarvan we deel uitmaken, aldus Ans Tros. In het verbinden van lichaam en ziel zit de sleutel. Dan krijgt je hulp die echt helpt.
De kunst van het motoronderhoud
In de klassieker Zen & de kunst van het motoronderhoud van Robert Pirsig word je meegesleept in een intrigerende zoektocht over de vraag: wat is kwaliteit? De hoofdpersoon is een fervent motorrijder en ontdekt dat motorrijders zich compleet verschillend verhouden tot hun voertuig. Voor sommigen is het slechts een vervoermiddel: het moet rijden en betrouwbaar zijn. Motorpech, sleutelen en onderhoud vormen een onwelkom oponthoud in hun leven. Terwijl voor anderen de omgang met hun motor zo veel plezier oplevert dat dit werkelijk bijdraagt aan hun welbevinden en levensgeluk. Zo iemand poetst de motor, kan er eindeloos naar kijken, doet het liefst al het onderhoud zelf, hoort elk nieuw geluidje en kent ten slotte zijn motor door en door. Techniek en design fascineert hem en stimuleert een vaak oneindige zoektocht naar de werking, schoonheid en de geheimen van motoren.
Vormt jouw ‘voertuig’ een verlengstuk van je ziel of zie je je ‘fysieke ik’ als iets wat gewoon moet werken?
Feitelijk schetst Pirsig een levenshouding. Ben je een genieter, een onderzoeker die mateloos geïnspireerd blijft zoeken naar de werking van het leven? Of ben je een functionele gebruiker, die het liefst zo min mogelijk tegenslag heeft en bij ‘tegenslag’ in verzet komt of humeurig wordt? Vormt jouw ‘voertuig’ een verlengstuk van je ziel of zie je je ‘fysieke ik’ als iets wat gewoon moet werken?
Gebruikers vs. genieters
Gebruikers zien zichzelf als afgescheiden van hun ‘vervoermiddel’, en van de voorwerpen en anderen om hen heen. Ze vertrouwen met name op hun mentale vermogens, oordelen en gevoelens. Hun ‘fysieke ik’ krijgt pas aandacht als het hapert en dan zoekt men een quick fix. Waar overigens niets mee mis is. Ze zijn blijvend onderweg naar meer, groter of beter, waarbij het ‘fysieke ik’ als broeder Ezel[1] wordt behandeld.
Genieters zijn romantischer van aard, zij zien overal verbanden, gaan op zoek naar samenhang en worden vaak gedreven door een innerlijke queeste om betekenis te ontdekken, mooie dingen te maken of de wereld te verbeteren. Bezieling en emoties kunnen rationele afwegingen gemakkelijk overtroeven en daardoor ook bij hen uitputting van het ‘fysieke ik’ tot gevolg hebben.
Beiden lopen met hun gedrag het gevaar om ‘burn-out’ te raken en uit de bocht te vliegen door de signalen van het lichaam te negeren. De een door onophoudelijk hard te werken voor erkenning, carrière of meer luxe. De ander door het stelselmatig negeren van de fysieke realiteit. En daarna vinden we het maatschappelijk gezien vrij gewoon om dit vooral te wijten aan de persoon en slechts ten dele aan hun leef- en arbeidsomstandigheden.
Met een vergrootglas naar de brand kijken
Problemen worden tegenwoordig het liefst gepersonaliseerd of geïsoleerd. We willen graag daders, slachtoffers, oorzaken en gevolgen kunnen benoemen. Helaas beperken we ons perspectief tot het vergrootglas waarmee we de persoon die uit de bocht vliegt nog eens extra ‘beschuldigen’. ‘Had je maar…’ Of ‘Vette pech!’
Systeemwetten worden hierbij stelselmatig over het hoofd gezien, terwijl niemand geïsoleerd van zijn omgeving functioneert. We maken als mens deel uit van veel systemen: ons gezin van herkomst, onze huidige gezin en relaties en onze werk- en vriendenkring.
De illusie van persoonlijke vrijheid is een verleidelijke metafoor en verslaving. In werkelijkheid zijn we groepsdieren die in verbinding met anderen het gelukkigst zijn. We zijn gewoontedieren waarvoor balans en voorspelbaarheid in ons dagelijks leven van levensbelang is. Een van de meest universele angsten is om ‘uit de stam’ te worden gezet. Vroeger een vrijkaart voor een gewisse dood, omdat men zonder bescherming van de eigen stam niet kon overleven. Veranderingen, je losmaken maken van een ‘systeem’, zelfs al kiezen we er zelf voor, roept direct oncontroleerbare oerangsten op. Voorbij ons rationele weten gaat ons fysieke ik gemakkelijk op tilt van veranderingen. Als we een onverwachte schok krijgen, reageren we met een defensieve reactie, een vluchtneiging of het ter plekke ‘bevriezen’.
Het is ook erg lastig om ons gedrag te veranderen. Door onze socialisatie leren we wat ‘normaal’ is en hoe we ons sociaal en maatschappelijk geaccepteerd moeten gedragen om erbij te horen. Dat je andere keuzes kunt maken, ontdek je pas als je ermee in aanraking komt. En vervolgens ontstaat er een enorme groepsdruk als je andere keuzes overweegt dan je omgeving. In elke groep bestaan groepsnormen: verborgen codes in de onderstroom die meteen in stelling worden gebracht als jij afwijkt van de geldende norm. Een sabbatical, ontslag, een relatie met iemand van hetzelfde geslacht, scheiden, minder werken etc. Kiezen voor ‘de minste weerstand’ is dus zo vreemd nog niet. Onze omgeving weerspiegelt onze ‘diepste oerangsten’ en verleidt ons om door te gaan, terwijl de balans al lang zoek is. Het innerlijke gevecht met het gebrek aan bezieling, uitputting of het piepen en kraken van het lichaam duurt voort.
De kunst is natuurlijk om de lampjes op je dashboard serieus te nemen.
Zorg je beter voor je motor dan voor je fysieke ik?
Wees eens eerlijk. Hoe goed zorg jij voor je motor of auto? Doe je geregeld een wasbeurt, bandenspanning, onderhoud, APK, laat je de schade herstellen en breng je het voertuig naar de garage als er geheimzinnige symbolen op je dashboard oplichten?
Je ‘fysieke ik’ vormt je belangrijkste voertuig voor de ziel op aarde. Door op zoek te gaan naar de onderliggende betekenissen van je vage of fysieke klachten kom je op het spoor van hetgeen je onbewuste je nog wil vertellen en laten oplossen. Het onbewuste laat je via dromen of herhalende gebeurtenissen op subtiele wijze zien dat je informatie over het hoofd ziet. Soms zijn het helaas pijnlijke lessen. Gelukkig krijgen we vaak tijdig waarschuwingen omdat we vaak tegen dezelfde dingen aanlopen in het leven. De kunst is natuurlijk om de lampjes op je dashboard serieus te nemen.
Veel mensen compenseren en absorberen in hun werk en dagelijks leven taken die door anderen niet vervuld worden.
Met onze ziel onder de arm in de lappenmand
Wat onlosmakelijk is verbonden namelijk lichaam, ziel en systemen waar we deel van uitmaken, wordt helaas geïsoleerd en ontkend in hulpverlening. Op gedrags-, mentaal- en emotioneel niveau wordt hulp geboden door psychiaters, psychologen, maatschappelijk werkers, coaches en therapeuten, terwijl het lichaam het domein van de (para)medici is. Uit de hedendaagse psychologie en hulpverlening is het concept van de ziel, een voortbestaan na de dood en de werking van het onbewuste verbannen. Het heeft geen plek in de meeste vormen van behandeling. Dat wat (nog) onverklaarbaar is, is tot paranormaal of alternatief verklaard. En dan belanden we in de lappenmand met onze ziel onder de arm. We mogen nadenken over onze ‘gedragsverandering’ en we worden opgelapt met slaappillen en rust. Deze behandelingen hebben wel degelijk hun functie. Maar het is de vraag of het geen lapmiddelen blijken te zijn op de langere termijn.
Compenseren en absorberen
Mensen die in een burn-out of onbalans raken, hebben vaak onbewust lasten uit de voorouderlijke lijn of gezin van herkomst op hun ‘nek’ genomen. Ze leven met lasten die niet van hen zijn, omdat ze op deze manier het systeem in balans kunnen houden. Via systeemtherapie of opstellingen worden mensen zich ineens bewust welke rollen ze hebben gekozen in het gezin van herkomst. Een voorbeeld. Nadat mijn broertje was overleden toen ik vier was, ben ik onbewust het brave lieve meisje gaan spelen en heb ik nooit gepuberd en geëxperimenteerd. Ik heb daarmee onbewust geprobeerd om het verdriet van mijn ouders te verlichten. En dat is precies wat vrijwel elk kind haarfijn aanvoelt en uit liefde doet voor zijn vader en moeder. En dat compensatiegedrag zetten we moeiteloos voort als we volwassen zijn.
Veel mensen compenseren en absorberen in hun werk en dagelijks leven taken die door anderen niet vervuld worden. Op deze manier blijft het team of het gezin in balans als een van de partners ziek is, maar ontstaat ook een extra belasting bij anderen. We nemen extra taken op ons bordje en laden ons bord voller en voller… totdat er geen ruimte meer over is voor zelfzorg of hersteltijd. Het geniepige is dat dit een sluipend proces is. Het kan heel lang goed gaan voordat de ‘je voertuig gaat kraken’ en je niet meer voldoende uitrust of herstelt.
Zorg voor de ziel in het dagelijks leven
Op burn-out of fysiek of geestelijk uit balans raken kun je dus meerdere perspectieven loslaten. Voor de harde werkers die zichzelf volkomen fysiek uitputten, kan het herstel van het contact met hun lichaam, het onbewuste en de ziel de basis vormen voor heling. Ze zijn vastgelopen in oude overlevingspatronen om te zorgen voor balans in hun omgeving. Velen zeggen dat hun leven te weinig betekenisvol is. Dit vraagt om het herstel van het contact met de eigen ziel en bezieling, waarbij de verbinding met het lichaam essentieel is. Zonder voldoende lichaamsbewustzijn kun je je eigen grenzen immers niet waarnemen en al helemaal niet serieus nemen.
Voor de harde werkers die zichzelf volkomen fysiek uitputten kan het herstel van het contact met hun lichaam, het onbewuste en de ziel de basis vormen voor heling.
De genieters lopen al over van passie en bezieling en hebben andere hulp nodig. Voor hen is het belangrijk dat ze hun ziel ook daadwerkelijk belichamen, werkelijk aanwezig leren zijn in hun lichaam en vooral in het nu. Veel bevlogen mensen zijn onvoldoende gegrond en in contact met de metertjes op hun dashboard waardoor ze uit de bocht vliegen. Maar wat is daarvoor nodig?
Hulp die helpt
Professionele hulp bestaat vaak uit een aanpak die zicht richt op een of twee aspecten van het menselijk bestaan. Op het gedrags-, het mentale en emotionele niveau of op het fysieke lichaam. Wat veelal ontbreekt, is een combinatie van deze aspecten en een analyse van het werkelijke lek. Dat kan ook een systeemlek zijn of een gebrek aan bezieling.
Hulp die helpt betekent dat ‘hulpverleners’ over de grenzen van hun eigen discipline durven te gaan samenwerken en onderzoeken op welk niveau de onbalans is ontstaan. En daarbij de collega’s weten te vinden om in samenspraak een programma op te zetten. Een voorbeeld daarvan is een multicoachtraject waarbij een van de begeleiders de regie neemt om samen met de hulpvrager een traject op te zetten. Dit zal mensen werkelijk helpen balans in zichzelf én hun omgeving te gaan doorzien en herstellen.
[1] Broeder Ezel was de uitdrukking die Franciscus van Assisi aan zijn lichaam gaf en die hij vlak voordat hij op jonge leeftijd stierf om vergiffenis vroeg, omdat hij zijn lichaam volkomen had afgeleefd om zijn geloof te verspreiden.
Door: Ans Tros. Ans is ondernemer en medeoprichter van de School voor Coaching en VistaNova. Haar specialismen zijn individuele coaching, teamcoaching en het opleiden van mensen tot professioneel coach vanuit het perspectief van zingeving en resultaatgerichtheid. Zij schreef de boeken Dynamisch Coachen en Leiderschap door (zelf)coaching.
Dit artikel verscheen eerder in Coachlink Magazine #6 Balans