Optimisme is de brandstof in onze motivatiemotor. Optimisme bestaat als vertrouwen groter is dan angst. Het helpt ons hopen en dromen om te zette in concrete actie en doorzettingsvermogen, zodat we onze ambities kunnen realiseren. Gelukkig is optimisme te ontwikkelen. Een van de manieren om dat te doen is door onze energie te managen. Energie maakt beweging mogelijk, en positieve energie maakt positieve beweging en daarmee positieve prestaties mogelijk. In haar boek Optimisme aan het werk deelt Juul van den Boomen een aantal oefeningen om je energie slimmer in te zetten en zo je persoonlijke groei en ontwikkeling te vergroten.
Energiemanagement
We leven in een wereld waarin ons werk en onze omgeving ons steeds meer dwingen om slim met onze energie om te gaan. Alles wordt meer, sneller, veranderlijker, ingewikkelder en dat vraagt energie. Daarom is het belangrijk om persoonlijke en teamenergie te leren managen en optimaliseren. Energie is in feite het vermogen om een beweging in gang te zetten. Zonder energie is er geen beweging mogelijk. En een langdurig gebrek aan positieve energie leidt vaak tot een gebrek aan vertrouwen in positieve beweging, oftewel vooruitgang. Alleen: energie is abstract, ongrijpbaar en lijkt daardoor soms zelfs zweverig. Toch kunnen we energie allemaal voelen. Daarom eerst even een kort intermezzo: neem eens dertig tot zestig seconden de tijd om na te denken over de volgende vragen:
- Welke woorden zou je gebruiken als je beschrijft wat je voelt als je veel energie hebt?
- Welke woorden zou je gebruiken als je beschrijft wat je voelt als je weinig energie hebt?
Speciaal voor NOBCO-coaches
-
Wist je dat je als lid van de NOBCO toegang hebt tot de Boom Coaching Collectie? Hier vind je bijna 300 coachingsboeken die je online kunt lezen. Door gebruik te maken van de Boom Coaching Collectie kun je jezelf verder ontwikkelen en je coachees nog beter begeleiden. Log dus hier snel in!
Als ik in mijn workshops en coachingsessies aan deelnemers vraag wat ze voelen als hun energie hoog is, hanteren de meesten termen als: enthousiast, vol leven, bruisend, vol vertrouwen, krachtig of gemotiveerd. Bij weinig energie denken de meesten juist aan woorden als: sloom, traag, moe, lusteloos, bezorgd of ongemotiveerd. Als mensen nadenken over hun energie, gaat het dus meestal om de hoeveelheid. Wat dat betreft lijkt energie op slaap. Ook daarbij staan we vaak vooral stil bij de kwantiteit, terwijl de kwaliteit minstens zo belangrijk is. De Duitse wetenschappers Bruch en Vogel (2005) ontwikkelden een energiematrix met daarin vier soorten energie (zie figuur 5.2). Ik benoem deze als volgt:
- Hoge, actieve & positieve energie: Positieve prestatie-energie
- Lage, passieve & positieve energie: Oplaad- en comfortenergie
- Hoge, actieve & negatieve energie: Worstel- en vechtenergie
- Lage, passieve & negatieve energie: Afhaak- en apathie-energie
Figuur 5.2 De energiematrix
Als we er even bij stilstaan, is energie te voelen. Of het nu gaat om onszelf, om anderen of om een heel team waarmee we te maken hebben: we voelen of er ergens fitte fut is, of dat er een slome slow-motionmodus aanwezig is. Of er actie in de taxi zit, of dat er juist passieve reactiviteit is. En ook of de sfeer (of iemands humeur) gespannen en ontvlambaar is, doffe dufheid uitstraalt, rustig en relaxed is of juist sprankelend en vol vurigheid. Deze energiematrix geeft je handvatten bij het herkennen en managen van energie. Ook de invloed van optimisme of juist pessimisme is erin terug te vinden.
Met Positieve prestatie-energie bruisen mensen van energie en zetten deze actief en gericht in. Ze laten zich leiden door een Positieve visie, zijn enthousiast over ambities en aspiraties, en hebben een ‘can do’-mentaliteit. Ze laten zich niet afleiden door angst en zorgen, en zijn volledig gefocust op het met (zelf)vertrouwen realiseren van hun doelen. Ze zijn bevlogen, veerkrachtig en creatief, en de energie is gericht op toenadering tot het gewenste resultaat. Ze denken in mogelijkheden en focussen hun aandacht op dat wat werkt en op dat wat versterkt vanuit een energie van (zelf)vertrouwen. Individuen werken vol enthousiasme en drive. Er is sprake van gezonde spanning oftewel eustress (zie hoofdstuk 2). En als een team zich in dit energiekwadrant bevindt, ‘swingt’ het teamwork en werkt men soepel en vol overtuiging samen. In deze zone zetten individuen of teams energiebronnen echt optimaal in. Optimisme aan het werk!
Oplaad- en comfortenergie: met deze energie overheerst rust, men is lekker aan het werk, doet alles op zijn gemak. Over het algemeen heerst hier een tevreden gevoel. De Oplaad- en comfortenergie is te vergelijken met het fysieke parasympatische zenuwstelsel dat we allemaal hebben, bedoeld om op te laden na tijden van stress. Net als dat fysieke ‘rest & digest’-systeem biedt deze zone ons ruimte om op te laden, bij te tanken, te reflecteren op geleerde lessen en plannen te maken voor de toekomst. Opgepast: de valkuil van deze energie is dat het zo lekker gemoedelijk en gemakkelijk voelt. Te lang in de oplaad- en comfortstand blijven hangen kan namelijk ontaarden in verveling, een ‘mwaaah-gevoel’ en een overdreven dwang om alles bij het oude te laten. Het aanwezige optimisme verandert dan in ‘veranderaversie’.
De Worstel- en vechtenergie kenmerkt zich door gevoelens van hectiek, chaos, grote druk en een ‘pompen of verzuipen’-gevoel. Omdat er voortdurend brandjes geblust moeten worden, wint ‘urgent’ het hier altijd van ‘belangrijk’. Voor even kan dit best lekker zijn, want korte en krachtige energie-‘bursts’ veroorzaken een adrenalinegevoel, maar doordat de waan van de dag regeert, verdwijnt het gevoel van controle. De locus of control ligt in deze zone buiten jezelf: je wordt geleefd. Er is geen sprake meer van ‘willen’, alles voelt als ‘moeten’. In feite is er hier sprake van distress. Eigenlijk voelt deze energie als vermijdingsenergie waarmee negatieve(re) scenario’s worden vermeden. Standje overleving dus. Met als gevolg: negatieve emoties als cynisme, geklaag en frustratie. Pessimisme dus. Let op: als er een krachtige vechtenergie nodig is om onder druk alles vloeibaar te laten worden, is het prima om tijdelijk in deze stand te staan. Sterker nog, als je door een abrupte en/of ongewenste verandering heen gaat, is het heel logisch en normaal om het gevoel te hebben te moeten worstelen. En: ontevredenheid en frustratie vormen vaak zelfs een sterke motor voor verandering. Want een geloof in een positiever perspectief – optimisme – is uiteindelijk de brandstof van die motor. Maar als je langdurig in deze stand staat, vervangt cynisme het laatste beetje resterend optimisme door pessimisme en is de kans groot dat je in het volgende energiekwadrant terechtkomt.
De Afhaak- en apathie-energie zouden we kunnen omschrijven als de staat van (aangeleerde) hulpeloosheid: men heeft hier het gevoel geen kracht en geen macht meer te hebben. De spreekwoordelijke handdoek is in de ring gegooid. Men kan niet meer, wil niet meer, of gelooft ‘er’ niet meer in. De locus of control is volledig extern en er is geen hoop meer op een verbetering van de situatie. Lusteloosheid, apathie, gelatenheid, onverschilligheid en motivatiegebrek zijn gedragskenmerken van deze energie. Men is afgehaakt … Er is een totaal gebrek aan optimisme, zelfvertrouwen, geloof in eigen impact en initiatieven. Wel wordt er veel gepiekerd over beperkingen. Pessimisme is fatalisme geworden.
Opgepast: we bevinden ons zelden 100 procent van onze tijd alleen maar in een van deze staten. En dat zou ook helemaal niet goed of wenselijk zijn. Want soms hebben we dat geworstel gewoon echt even nodig om sneller te groeien. Of om weer goed te weten wat we juist wél willen in plaats van niet willen en wat ons dus positieve energie geeft. Maar sowieso hebben we zeker ook met regelmaat voldoende rust nodig om op te laden. Wij mensen zijn niet gemaakt om volcontinu ‘aan’ te staan (in de hoge energieverbruikstand te staan). Dus ja, ook zelfs 100 procent van je tijd in de positieve prestatiestand staan, trekt je fysieke batterij uiteindelijk ook echt leeg. Zo coachte ik ooit een medeoprichter van een zeer succesvolle start-up die na zes maanden hoogvliegen met zijn bedrijf, zichzelf volledig voorbijgerend was, regelrecht een burn-out in. Net vader geworden, nieuw huis gekocht en op zijn werk de ene gave klantkans na de andere grijpen om vervolgens telkens, met zijn nieuwe team, met de snelheid van het licht te moeten nadenken over wéér een mooie, nieuwe opdracht. Het kon niet op. Dus: vooral geen rust nemen, ‘want ik krijg hier zo veel energie van!’ Totdat hij niet meer kon opstaan en een burn-out bleek te hebben …
Ons zenuwstelsel heeft dan ook niet voor niets twee systemen: een sympathisch subsysteem (bedoeld om in actie te zijn/te komen: ons fight & flight-systeem) én een parasympathisch subsysteem (om op te laden en te verwerken: het rest & digest-systeem). Er is dan ook geen simpele manier om je energie te optimaliseren. Eerder gaat het om het in balans brengen van je energie en om bewust tussen een aantal verschillende zones heen en weer te bewegen.
OPTIMISER: HERKEN EN MANAGE JE ENERGIE Het is slim om gedurende de dag af en toe een moment in te lassen om even een innerlijke ‘check in’ te doen met deze drie vragen: • In welke energiestand sta je nu? • Van welke soort energie zou je nu het liefste het meest hebben? Dit is ook afhankelijk van de taak die je hebt te volbrengen. • Wat kun je doen om in die energiestand terecht te komen? Een paar tips om je soort energie te managen: • Soms is je energie echt (veel) hoger dan je zou willen. Bijvoorbeeld als je gefrustreerd bent en je wilt kalmer worden. Of je bent hyper terwijl je eigenlijk in alle rust een rapport moet schrijven. Breng je energie dan omlaag door een van deze activiteiten: een paar lichte rek- en strekoefeningen, wat yoga, het luisteren naar rustige muziek, een wandeling in de natuur, meditatie of een paar minuten een diepe ademhalingsoefening doen. • Als je juist je lage energie wilt opkrikken, kies dan voor: het kijken naar een inspirerende video, luisteren naar meer ‘upbeat’-muziek of een kwartiertje kletsen met iemand waar je het goed mee kunt vinden. Ook is fysieke beweging effectief om je humeur te verbeteren en je energie te verhogen, dus maak een wandeling in een wat steviger tempo. • Wil je vanuit de negatieve kant van de matrix naar de positieve kant bewegen, dan kun je de volgende dingen doen: – Het visualiseren van je Positieve visie. – Afstemmen op je kernwaarden en kijken waar deze in de knel komen en of je je meer hierop kunt richten. Zitten je kernwaarden structureel in de knel? Neem dan de beslissing een andere weg in te slaan, want dit zal blijven schuren. – Noteer een aantal dingen waar je dankbaar voor of trots op bent of blij van wordt. – Kijk wat de kwaliteiten en sterktes zijn waar je energie van krijgt en zoek naar mogelijkheden om deze meer in te zetten. – ‘Denk na over je denken’ en maak gebruik van de oefeningen uit hoofdstuk 4 om je eigen negatieve gedachten te herkaderen. – Wees je bewust van het feit dat je bewustzijn is vernauwd door de stress die je voelt en dat er andere perspectieven op de werkelijkheid mogelijk zijn. Praat eventueel met iemand die je helpt je vernauwde perspectief te verwijden en te vergroten. Je kunt de oefening ‘Verschillende werkelijkheden zien’ op pagina 151 doen om te leren meerdere kanten van de situatie te gaan zien. • Pas op: te lang in de positieve performancestand staan kent ook een valkuil, namelijk dat je voortdurend aan staat en zo ongemerkt toch stiekem al je energie verbruikt. Met als gevolg een compleet lege accu en in een extreem geval een burn-out. Dwing jezelf dus om ook dan met regelmaat ‘oplaadtijd’ in te bouwen, om bewust bij te tanken en om te reflecteren en te leren. • Heb je al te lang voornamelijk Afhaak- en apathie-energie? Lukt het niet je energie te vergroten? Misschien zit je niet op de juiste plek of in de juiste rol of organisatie. Sta ook dan echt goed stil bij je kernwaarden en ga op zoek naar waar je goed in bent. Doe dagelijks gedurende een aantal dagen tot drie weken de Best Possible Self-oefening van pagina 146 en beslis op basis daarvan: kies ik voor een pad naar een andere, beter passende plaats? |
Met kennis van deze energiesoorten leer je je energie te herkennen en begin je die ook al te managen. Daarnaast kun je je energie nog beter sturen als je weet wat jouw persoonlijke energievreters en energiebronnen zijn in de dagelijkse praktijk. Dat bewustzijn stelt je beter in staat om je eigen ‘winst-en-verliesrekening’ van je persoonlijke energie slim te beheren.
Wees realistisch: het is onmogelijk 100 procent werkzaamheden te doen die alleen maar energie geven. Maar het bewuster herkennen van energiebronnen en -lekken helpt je wel erg om je energie goed in de gaten te houden. En dat geeft je handvatten om je energie goed bij te tanken. Jammer genoeg staan veel mensen nauwelijks stil bij hun energielekken en stranden zo in een van de negatieve energiekwadranten. Met als enige ongewenste weg naar buiten een burn-out of een bore-out. Waarbij alle positieve energie – en ook al het optimisme – is weggelekt. Aan de slag dus …
OPTIMISER: MANAGER VAN JE PERSOONLIJKE ENERGIEWINST-EN -VERLIESREKENING Wat zijn jouw energielekken? Waar krijg jij echt een dip van? Wat is jouw ‘rode knop’? Waar krijg je wegtrekkers van, waarvan krijg je vlekken in je nek? Wat kost je energie in je werk? Wat wil je nooit meer meemaken? Wat moeten ze jou echt niet flikken? Wat geeft jou juist energie? Wat vind je echt top? Wat is/was een topwerkervaring/-situatie? Wat vind je belangrijk in je werk? Waar krijg je energie van? Welk gedrag maakt jou blij? Kijk naar wat je méér kunt doen/organiseren van de dingen die je leuk vindt, die je energie opleveren, of het nu activiteiten zijn, samenwerkingen, omstandigheden of sfeergerelateerde zaken. En kijk ook naar de andere kant van je energierekening: waar kun je op besparen, welke energie-’uitgaven’ kun je schrappen, aan anderen over laten, horen eigenlijk niet bij jou of zijn zelfs gewoon overbodig als je er goed naar kijkt? En onthoud, het kan geen kwaad eens in de zoveel tijd je energierekening te bekijken en onder de loep te nemen wat je qua activiteiten en energiefactoren allemaal nog nodig hebt en wat je eigenlijk kunt schrappen. Hoe creëer je meer van je energiebronnen? Hoe kun je jouw energielekken elimineren? Welke energielekken … • kun je anders doen/anders organiseren? • vallen eigenlijk buiten je invloedsfeer? (En moet je dus proberen te negeren.) • zijn andermans verantwoordelijkheid? Met wie kun je hierover in gesprek? • zijn taken/activiteiten die niet per se gedaan hoeven te worden? |
Bron: Dit artikel is een bewerking van hoofdstuk 5 Optimisme aan het werk van Juul van den Boomen.