Jong en oud verschillen in hun visie op werken. Ze hebben totaal andere drijfveren en ideeën over aanpak van zaken. Dit geeft problemen op de werkvloer. De kloof wordt groter, je krijgt frictie, eilandjes, verloop en verzuim. Eeuwig zonde, want generatiediversiteit is juist een prachtige kans om elkaar te versterken.
Als je de uiteenlopende perspectieven en talenten elkaar laat kruisbestuiven, blijven niet alleen je medewerkers vitaal aan boord, maar schep je ook een creatieve, wendbare organisatie. Een plek waar de vernieuwingsinjectie van jonge collega’s samenkomt met de ervaring en slagkracht van de oudere garde. In haar boek Het generatie-effect geeft sociaalpsycholoog Kim Jansen inzichten en handvatten die je hiervoor nodig hebt. In dit artikel lees je hoe je zelf aan de slag kunt gaan met generatiemanagement.
Box, ouwe ‘Ik kreeg al wat langer te horen dat er een jonge dame bij ons werkte die nogal brutaal was. Bij het passeren van haar manager had ze blijkbaar haar vuist omhoog gehouden en gezegd “box ouwe”. Een ander verhaal was dat ze in de pauze een jurkje had gekocht, dit op het toilet had aangetrokken en op blote voeten de afdeling op was gehold en luidkeels had geroepen: “Am I hot or not?” Het zorgde op kantoor voor nogal wat hilariteit, maar ik vond het eigenlijk vooral ergerlijk. Hoe haalt ze het in haar hoofd? Een paar weken later was ze weer onderwerp van gesprek, maar nu in positieve zin. Ze was namelijk tijdens haar vakantie tussendoor teruggekomen voor een teammeeting, omdat ze die belangrijk vond. Toen ik dit hoorde, veranderde niet alleen mijn beeld over haar, maar ook mijn zelfbeeld. Ik vond mezelf ineens zo’n oude muts. Deze dame is aanwezig, in de breedste zin van het woord. Mooi toch. Ik heb inmiddels een leuke band met haar!’ – hr-manager accountantskantoor |
Oog voor de mensen om je heen
Ik hoorde vroeger altijd: ‘Een beter milieu begint bij jezelf.’ Typerend voor de opkomende individualisering en het leggen van meer verantwoordelijkheid bij de burger. Als we verder willen komen, dient iedereen stappen te zetten in denken en doen. Want ook de politiek, overheid, organisatie zijn niks meer dan een stapel individuen. Zelf aan de slag is voor mij daarom het meest logische startpunt voor het toepassen van generatiemanagement. We zijn allemaal onderdeel van de generatiediversiteit om ons heen en kunnen die benutten. Niet alleen leidinggevenden of beleidsmakers moeten een rol in generatiemanagement pakken. Elke medewerker heeft, ongeacht zijn leeftijd en functie, de verantwoordelijkheid om oog te hebben voor de mensen om zich heen. Veranderen gaat gemakkelijker als het behapbaar en praktisch toepasbaar is. Tien tips om direct aan de slag te gaan:
- Kom uit je bubbel
- Leer elkaar kennen
- Wees mild, begripvol en respectvol
- Draai het om
- Verken en toets vooroordelen en voorkom leeftijdsdiscriminatie
- Ontdek je blinde vlekken
- Zet je talenten bewust in
- Blijf je verwonderen
- Spreek je uit
- Zoek gemeenschappelijkheden
De adviezen zijn deels werkgerelateerd en gaan deels over het contact dat je met jezelf en anderen hebt buiten je werkleven. Openstaan voor en leren van andere generaties hoeft natuurlijk, en liever niet zelfs, te stoppen als je van werk vertrekt.
Kom uit je bubbel
Mensen zijn meer geneigd om op te trekken met leeftijdsgenoten dan met andere generaties. Het leven in generatiebubbels gaat hand in hand met individualisering, digitalisering, secularisering en polarisering. Online en offline zijn, meer dan ooit, generatiehomogene groepen actief. Segregratie is aangenaam, want homogeniteit is comfortabel. Maar ook minder leerzaam dan een diverse omgeving. Dus ontspan met leeftijdsgenoten en leer zo veel mogelijk van jongere en oudere mensen die jou verder kunnen brengen.
Daarvoor zul je er wel op uit moeten. Soms letterlijk. Knoop in de trein eens een praatje aan met iemand die een stuk jonger of ouder is dan jij. Waarom ga je in de bedrijfskantine altijd naast leeftijdsgenoten zitten? Sluit eens ergens anders aan. Vraag iemand van een andere generatie om feedback. Of je nu hulp wilt bij een moeilijke klant of wilt sparren over een nieuw project. Of je een idee van de grond wilt krijgen, wilt groeien in je vak, een carrièreswitch wilt maken of proceskennis wilt opdoen.
Er is altijd een geschikte mentor – jonger of ouder dan jij – die je kan begeleiden. En gelukkig werk je niet alleen met en voor gelijkgestemde leeftijdsgenoten, dus er zijn genoeg leermeesters. Stel jezelf dan eerst de vraag: wie kan mij hier het beste bij helpen? Als dat een leeftijdsgenoot is, helemaal goed. Zo niet, kom uit je bubbel en trek op met andere generaties. Comfortabel? Nee. Leerzaam? Ja. Uit je bubbel komen betekent ook oog hebben voor de interesses, zienswijze en levensstijl van andere generaties. Kijk naar zaken als kledingstijl, muziekstromingen, eetgewoontes, wooninrichting, sport, keuzes in recreatie, invloedrijke mensen. Stap uit je bubbel en geef je zintuigen de kost!
Leer elkaar kennen
Hoogleraar Megan Gerhardt geeft in haar boek Gentelligence: The Revolutionary Approach to Leading an Intergenerational Workforce (2021) het mooie advies om andere generaties te zien als een andere culturele groep. Als je op vakantie gaat naar een ander land met een andere cultuur, bereid je je voor op andere gebruiken, gewoontes en gedrag. In het begin is het vaak vreemd of zelfs oncomfortabel. Maar als je een andere cultuur beter leert kennen, ga je de mooie kanten zien en ervaren. Generaties zijn cultuurvernieuwers, dus dat is niet anders.
Elkaar beter leren kennen lukt alleen als je ook daadwerkelijk openstaat voor elkaar en nieuwsgierig bent naar het andere geluid. Niet: ‘OK, boomer’ maar: ‘Ik wil je beter begrijpen, vertel!’ Noem het radicale nieuwsgierigheid, growth mindset, diep luisteren, generatieve communicatie: de intentie om een gesprek te voeren waar je door echt in verbinding te treden allebei wijzer uit komt en iets in beweging zet. Vraag de ander om jou te helpen hem of haar beter te leren begrijpen.
Als je elkaar beter kent en snapt, ontstaat er als vanzelf meer begrip. Bekend maakt bemind. Dat geldt ook voor andere vormen van diversiteit. Wellicht een open deur, maar de makkelijkste manier om elkaar beter te leren kennen is door open vragen te stellen. Een goede open vraag is een vraag en geen verkapte mening. Wat drijft je? Wat geeft je energie? En wat zijn jouw dromen? En na elke vraag: waarom? Wees bereid om je te verwonderen over de andere generaties, de andere culturele groep.
‘The important thing is not to stop questioning.’ – Albert Einstein, natuurkundige
35 vragen die hierbij kunnen helpen:
- Vertel eens iets over je jeugd.
- Wat heb jij thuis met de paplepel ingegoten gekregen?
- Welke normen en waarden heb jij in je jeugd van je ouders en omgeving vooral meegekregen?
- Hoe kijk je terug op je middelbareschooltijd?
- Welke historische gebeurtenissen herinnert iedereen van jouw generatie zich nog levendig? Welk effect hebben die op je gehad?
- Omschrijf de levens- en beroepsfase waar je nu in zit.
- Wat zijn de mooie kanten en uitdagingen van deze fase?
- Hoe ziet jouw thuissituatie er nu uit?
- Wat wilde je vroeger worden?
- Wat staat je het meeste bij van de tijd dat je net begon met werken?
- Wat wil je bereiken? Is dit in de loop van de jaren veranderd?
- Welke plek neemt werk in je leven in? En wat zie je bij leeftijdsgenoten?
- Wat is in werk écht belangrijk voor je?
- Welke thema’s houden je in positieve en negatieve zin vooral bezig als het gaat om je carrière en werk?
- Wat heeft jouw generatie met name te bieden?
- Waar loopt jouw generatie tegenaan?
- Wat kunnen wij van elkaar leren?
- Waar lig je ’s nachts wakker van?
- Wat vind je in werk niet leuk, maar hoort er simpelweg bij?
- Wat zou je morgen anders doen als geld geen enkel probleem was?
- Wat zou je je jongere zelf adviseren?
- Wat staat er op jouw (werkgerelateerde) bucketlist?
- Welke maatschappelijke kwesties houden je bezig?
- Wat vind je een goede en een slechte reden om een teammeeting af te zeggen?
- Stel je bent voor één dag de baas, wat zou je doorvoeren?
- Wat is het meest leerzame moment uit je carrière?
- Wat was in werk je grootste succes?
- Wat je grootste blunder?
- Wanneer sta je echt in je kracht?
- Wie zie jij als je leermeester?
- Voor wie heb je grote bewondering?
- Heb je je weleens gediscrimineerd gevoeld op basis van jouw leeftijd? Vertel .…
- Wat heb je van collega’s nodig om goed te kunnen presteren?
- Hoe belangrijk zijn externe factoren (aanzien, geld, prestaties) voor je?
- Welke gedragsnormen zijn voor jou belangrijk (op de werkvloer)?
Als je elkaar beter begrijpt, ben je al een heel eind op weg om te komen tot meer begrip en verbinding.
Dit artikel is een bewerking van hoofdstuk 7 Zelf aan de slag met generatiemanagement. uit Het generatie-effect – Hoe alle generaties samen meer bereiken: van boomer tot zoomer door Kim Jansen