Anne de Jong is onderneemster, coach, moeder en ze schrijft! Ze is dochter van een kraakster, woonde in woongroepen, wilde normaal zijn en vooral geen psycholoog worden en over gevoelens praten. Maar het bloed kroop waar het niet gaan kon. Ze studeerde psychologie, werd coach en ging erover schrijven. Dit keer bij boekenkast de schrijfster die van doelgericht coachen houdt. De no-nonsense vrouw: Anne de Jong
Haar kantoor is in de Amsterdamse Watergraafsmeer, in een hof met zware bakstenen woonhuizen, bijna burchtachtig. Weinig verfraaiingen. Ook waar zij zelf zit, een typisch wederopbouw jarenzestig gebouw, heeft een nuchtere, bijna Rotterdamse sfeer. Joep Schrijvers heeft een gesprek met Anne de Jong over lezen, schrijven, haar afkomst en coaching. Als altijd wil hij eerst weten of zijn gesprekspartner leest en hoe deze leest …
Hoe lees jij?
Ik ben een echte lezer. Als meisje las ik al heel veel. Maar ik merk dat wanneer ik in een schrijfperiode zit zoals nu, dat ik het heel lastig vind romans te lezen. Dan lees ik vooral zakelijke boeken waar ik inspiratie uithaal. Ik streep veel in die boeken. Ik zoek naar de kern. Die wil ik eruit halen. Ik wil weten hoe iets werkt. Daarbij houd ik erg van overzicht.
Hoe kom jij tot een selectie van je boeken?
Dat weet ik niet precies. Mensen sturen me boeken met de aansporing: dit zou je eens moeten lezen. Ook kom ik via vakliteratuur en vakgenoten op interessante boeken.
Lees je ook artikelen uit de academische wereld?
Ja en nee. Ik ben heel erg van de praktijk, maar ken als psycholoog en coach natuurlijk de belangrijkste onderzoeken over coaching en de resultaten daarvan. Vaak zijn wetenschappelijke onderzoeken erg klein en nauwelijks praktisch. Veel wetenschap is niet naar de praktijk vertaald. Dat probeer ik steeds te doen: wat ik lees omzetten in praktische handvaten.
Heb je altijd schrijfster willen worden?
Nee, ik heb nooit de ambitie gehad om auteur te worden. Het gebeurde gewoon. Jaren terug mopperde ik over een coachopleiding die ik volgde. Toen zei een vriendin van mij: ‘Als je zo arrogant bent, doe het dan zelf.’ En dat heb ik gedaan: een coachopleiding ontwikkeld. Ik ronselde vijftien mensen uit mijn netwerk en zei: ‘Ik geef je een gratis opleiding van een halfjaar.’ Wat er toen gebeurde, was magisch. Ik gaf die opleiding en kwam in een flow terecht. Ik kon ’s nachts wakker worden om na te denken over hoe iets vorm te geven. Bijvoorbeeld, hoe krijg je diepgang in coachingsgesprekken? Hoe werkt dat nou? Ik keek naar mezelf, naar anderen en zag de structuur voor dit soort gesprekken, de kern. Die schreef ik op een kaartje. Dat deed ik ook bij andere technieken. Die kaartjes gebruikte ik voor mijn opleiding.
No-nonsense coaching
Punt was echter dat ik toen alleen werkte. Mijn omgeving zei dat dit een risico was. Mijn werk was nauwelijks overdraagbaar, ik kon geen dag ziek zijn. Toen bedacht ik me dat ik een syllabus moest maken met alles wat ik had bedacht, gelezen en gevonden. Een andere vriendin zei toen tegen mij: ‘Dit is een echt boek.’ Toen ben ik naar uitgeverij Boom gegaan. Die syllabus werd uiteindelijk met een aantal aanvullingen mijn eerste boek No-nonsense coaching. Daarna ontwikkelde ik een opleiding voor meer ervaren coaches, dus over complexe coachingsvraagstukken. Mijn vervolgboek is in die praktijk ontstaan. Allerlei vragen en kwesties van cursisten zitten erin verwerkt. Nu werk ik aan een publieksboek: De geluksroute. Hierin staan allerlei manieren hoe je beter met ‘sociaal gedoe’ in je leven kunt omgaan zoals ruzies met buren, meningsverschillen met je partner, gedoe met vrienden en ingewikkeldheden met collega’s.
Uit wat voor nest kom je eigenlijk?
Ik had jonge ouders, ze waren 21 toen ik kwam. Ze zijn ook snel gescheiden. Mijn moeder was kraakster in Amsterdam en we woonden in woongroepen. Ik ben dus een woongroepmeisje. Mijn moeder was maatschappelijk werkster en mijn vader psychiater. Ik denk dat een deel van mijn jeugd mij heeft gemaakt tot wie ik ben. Het leven in woongroepen was sociaal heel complex en daarbij kwam dan dat voortdurende verhuizen! Het heeft me sociaal gemaakt en ik heb goed geleerd voor mezelf te zorgen in dat rommelige geheel. Als klein meisje besloot ik zo veel mogelijk zelf te regelen, zelf regie te nemen. Bijvoorbeeld zelf mijn kleren klaarleggen. Mijn moeder was wel echt een hippie.
Wat bedoel je met ‘echt een hippie’? Zorgde ze niet goed voor je?
Ze is heel onvoorwaardelijk lief geweest. Maar ik denk dat je in stabielere gezinnen kunt opgroeien dan ik heb gedaan. Dan woonde je weer met die, en dan weer met die. Van alles liep daar rond. Het was wat eenzaam. Ik voelde me verloren: dat is het meer. Het verloren gevoel om geen echt huis te hebben. Soms was het zelfs bedreigend met al die ontruimingen. Ik weet nog zo’n gele kraanwagen met een sloopkogel. Voor een kind was dat best een enge tijd. Door het verhuizen moest ik ook heel vaak afscheid nemen. Daar staat tegenover dat ik niet zo snel over andere mensen oordeel. Ik vind mezelf een heel oordeelloos mens. Ik kan naar iedereen kijken en denken: dat is jouw leven. Ik heb vroeg geleerd om te kijken naar wat er achter iemand zit in plaats van alleen naar de buitenkant te kijken.
Je vader is nog afwezig in het verhaal.
Mijn vader is met de scheiding snel verhuisd. Die zag ik met zo’n keurige regeling eens in de twee weken. En ik heb daar een broertje en zusje die tien, elf jaar jonger zijn. Dat was een keurig gezin. Daar ben ik niet echt opgegroeid. Dat is wel altijd goed gegaan.
Heb je je tegen je milieu verzet?
Nou, ik moest natuurlijk naar de middenschool, want dat was weer zo’n links concept. Dat ging niet goed en toen heb ik zelf een nieuwe school gekozen, een strenge school: Fons Vitae in Amsterdam. Ik wilde gewoon normaal zijn. Ik wilde witbrood eten met gekleurde muisjes en niet alleen maar macrobiotisch eten. Ik had het ook helemaal gehad met het softe gedoe in woongroepen. Als ik ruzie had met mijn moeder, kreeg je een praatsessie en daar kwamen allemaal andere mensen uit de woongroep bij. Dan moest je praten over je gevoelens. Ik haatte over gevoelens praten! Het moest altijd over gevoel gaan en over problemen. Dat was op die middenschool ook zo erg.
Ik wilde absoluut geen psychologie studeren. Maar toen ik voor geneeskunde was uitgeloot, werd het toch psychologie in Groningen. Ik werd lid van een studentenvereniging, een soort nepcorps. Dat was mijn verzet: uit een woongroep komen en dan op zo’n vereniging gaan.
Ik studeerde daar en was vastbesloten geen klinische psychologie te doen. En wat denk je? Ik ga stage lopen bij het RIAGG. Ik heb daar drie jaar gewerkt. Het was de tijd van mijn leven. Grappig genoeg voelde het als een trechter waar ik in kwam en waar ik niet heen wilde. Het gekke is, het lonkte ook. En mijn vak nu, coaching, vind ik helemaal te gek.
Jouw benadering van coaching is heel doelgericht. Dat is anders dan de vele praatsessies zoals in de psychoanalyse. Is dat anders dan vroeger?
Dat is interessant. Mijn generatie is beslist reflectief, maar ook erg gericht op stappen zetten. Die kijkt veel naar waar wil ik heen. De generatie van mijn moeder was aan het vechten tegen de mannen, deden hun bh’s uit. Die waren nog in zo’n strijd om mee te tellen. Bij de vorige generatie vrouwen was de vraag niet: waar wil ik heen, maar: waar moet ik vanaf? Veel psychoanalyse en psychotherapie was gericht op een boze generatie: het verwerken van een verleden.
Dat is ook nodig geweest en daar profiteren we nu allemaal van. Zo zie ik het echt. Mijn moeder heeft gevochten, een weg vrijgemaakt voor onze generatie dat wij dat niet meer hoeven te doen. Al blijft er genoeg over, zoals de me-too beweging heeft aangetoond. Mijn generatie is meer gericht op het positieve, de oriëntatie is naar voren. Dat zie je in de doelgerichte coaching terug. Wij zijn meer bezig met zelfontwikkeling: wat goed is voor onszelf en de wereld?
‘Mijn generatie is meer gericht op het positieve, heeft een oriëntatie naar voren‘
Hoe ben jij een zelfstandige coach geworden?
Ik heb eerst nog een vaste baan gehad bij een trainingsbureau. Dat vond ik erg leuk om te doen, maar mijn hart kwam steeds meer bij coaching te liggen. En toen ik in verwachting was van mijn tweede, mijn dochter, besloot ik dat als ze gezond zou zijn ontslag te nemen en zelfstandig te worden. Ik wilde zo graag vrij zijn en een eigen bedrijf hebben. Ik was klaar met het geven van trainingen. Dat is een zwaar beroep omdat je de hele tijd op reis moet met je workshopkoffertje en steeds weer overnachten in hotels. Ik wilde balans krijgen in mijn leven, werken en daarnaast ook een goede moeder zijn. Ik wilde dicht bij huis werken, een eigen bedrijf met een eettafel en veel coach-collega’s. Mijn dochter was gezond en ik heb ontslag genomen. Dat was in 2006. Het was nog net voor de recessie. In zekere zin was het een ‘zachte landing’. Ik was trainercoach en ik wist dat ik genoeg werk zou kunnen krijgen. Ook de recessie heb ik overleefd, al waren het slechtere jaren. En uiteindelijk is het dit geworden waar we nu zitten. Al mijn vrienden en collega’s lopen in en uit en ik woon hier vijf minuten vandaan. Tot een jaar geleden heetten we Coach020, maar omdat we ook vanuit andere steden opereren hebben we onze naam veranderd in NONONS. We hebben acht mensen in vaste dienst en een twintigtal freelancers. Naast het managen en het schrijven, coach ik zelf nog altijd!
Hoe geef jij zelf invulling aan doelgericht coachen?
Het fundament van mijn coaching is ACT. Dat staat voor Acceptance and Commitment Therapy. Het is een vrij nieuwe methodiek. Het richt zich op wat iemand belangrijk vindt in haar of zijn leven: zijn waarden. Je gaat dan samen kijken hoe je stappen kunt zetten om die waarden in je eigen leven te realiseren. Soms kom je dan zaken tegen die je hebt te accepteren en te verdragen. ACT is heel erg doelgericht en oplossingsgericht. Deze aanpak kent meerdere tools maar ik haal ook oefeningen uit andere methodieken. Sommige NLP-oefeningen kunnen er bijvoorbeeld goed bij helpen of technieken uit de Voice Dialogue-benadering. Zo voeg ik uit allerlei methodieken dingen toe aan het fundament ACT. Mijn methodiekboek De bekendste methodieken voor no-nonsense coaching geeft een overzicht van die methodieken en biedt praktische oefeningen die je kunt gebruiken en inpassen.
‘Het fundament van mijn coaching is ACT‘
Je zit 25 jaar in het vak. Is er in die periode iets veranderd in het coachingsvak?
De grootste verandering is dat er steeds meer geprofessionaliseerd wordt. De beroepsvereniging, NOBCO, is groter geworden. Dat is goed. Er is nu flinke aandacht voor wildgroei en beunhazen. Als je kijkt naar de accreditatie tot coach dan zie je dat deze veel zwaarder is geworden dan vijf jaar geleden. Een tweede grote verandering is dat coaching veel normaler is geworden. Je bent niet gek als je naar een coach gaat. Het hoort gewoon bij je ontwikkeling en dat is mooi.
Door: Joep Schrijvers