In haar nieuwste column deelt Marloes Jobing-Westen, ervaren mbo-docent en coach, een persoonlijke ervaring die haar nieuwe inzichten gaf. Een schijnbaar simpele vraag van een collega zet haar aan het denken: hoe reageren we eigenlijk op deze vraag, en wat doet dit met ons? Door in gesprek te gaan met haar studenten, ontdekt ze dat wat voor haar verwarrend kan zijn, voor hen heel vanzelfsprekend is. Deze omgedraaide rollen bieden een verrassend perspectief en zetten aan tot reflectie. Lees verder en ontdek hoe een eenvoudige vraag onverwachte inzichten kan opleveren.
‘Hoe is het met je?’
En dan ineens vraagt een collega aan je hoe het met je is… ik ben even stil en daarna poppen er allerlei vragen in mijn hoofd op: Waarom deze vraag? Zie ik er moe uit? Reageer ik niet goed? Vergeet ik iets? Heb ik iets afgesproken? Ik zeg dat het wel oké is… Ze vraagt hoe ‘wel oké’ er dan uit ziet. Weer twijfel in mijn hoofd want welke kant gaat dit op?
Bijzonder dus wat deze vraag kan doen. Ik bedenk me dat ik zelf deze vraag regelmatig aan een student stel. Zou dit dan ook in het hoofd van die student gebeuren? Kan haast niet anders bedenk ik nu. Wat levert dit dan eigenlijk veel verwarring op en misschien ook wel onveiligheid. Is het misschien geen goede vraag? Te algemeen? Het antwoord is vaak: “Wel goed hoor”, of “Druk, maar wel oké”. Maar als je dan door vraagt blijkt het toch niet zo oké. Verwachten we dan dat iemand toch wel doorvraagt als diegene het echt wil weten? Of is het gewoon een veilige openingsvraag waar we alle kanten mee op kunnen?
Ik besluit het eens te na te vragen wanneer ik met een groepje studenten over de stage praat. We zitten bij elkaar en ik begin met “Zo, we gaan beginnen”. De vier studenten kijken mij verbaast aan. Eén van de studenten vraagt voorzichtig of we niet eerst even moeten inchecken. “Mevrouw dan moet u wel vragen hoe het met ons gaat en hoe we erbij zitten”, waarna hij mij onzeker aan kijkt. Ik begin zachtjes te lachen waardoor de studenten nog verbaasder kijken. Ik geef vervolgens openheid van zaken en vertel over mijn ervaring met een collega die vroeg hoe het met mij is. Ze kijken opgelucht, want blijkbaar valt het op dat ik op een andere manier begin. Eén van de studenten geeft aan het een nette vraag uit fatsoen te vinden, een andere student zegt dat het een handige openingsvraag is waarbij de antwoordgever zelf nog kan bepalen wat hij of zij kwijt wil. We praten er even over door en ik hoor dat deze vraag regelmatig aan het begin van de lessen bij de incheck gebruikt wordt. Deze studenten vragen zich wel af waarom ze dit bijna bij iedere les weer opnieuw bespreken. Wat voegt dit voor hun toe? Is dit dan puur voor de docent? En wat doet die docent er dan vervolgens mee? Als ik dat vraag hoor ik dat dit heel verschillend is. De ene docent gaat toch gewoon zijn/haar les geven zonder er verder op terug te komen, de andere docent kort de theorie iets in, gaat in gesprek of veranderd ter plekke de les. Dit zorgt er volgens deze studenten wel voor dat het antwoord dat ze geven heel erg af hangt van de ‘klik’ die ze met de docent hebben en of ze in de juiste ‘gemoedstoestand’ zijn op dat moment.
Een verrassend perspectief
Wanneer ik vertel over de onrust in mijn hoofd die ontstond na deze vraag te hebben gekregen merk ik dat dit bij deze studenten toch iets anders werkt. Ik krijg terug dat zij het een gewone vraag vinden en er eigenlijk niets ‘achter’ zoeken. Eén van de studenten vraagt waarom ik er eigenlijk meteen wat achter zocht, zoals moe uitzien, iets vergeten zijn, etc. Ik ben even stil… wat een mooie vraag en wat zegt dit over mij? Ik moet het antwoord even schuldig blijven. Ze opperen dat misschien collega’s onder elkaar het niet zo vaak aan elkaar vragen, of dat ik misschien wat ‘ander gedrag’ liet zien waardoor die collega het wel even vroeg. Ik krijg vervolgens allerlei vragen en voordat ik het weet zit ik in een soort coachgesprek waarbij ik nu eens niet zelf de coach ben maar ‘gecoacht’ word! Wanneer ik uiteindelijk het gesprek afrond krijg ik terug dat ze dit veel leuker, waardevoller vinden dan over de stage te praten (wat helaas toch ook nog wel moet.. 😊).
Wanneer ze de week erop in de les komen vraagt één student van het groepje spontaan aan mij; “Hoe is het met u?”, en krijg ik een dikke knipoog…..
Marloes Jobing-Westen werkt als mbo-docent bij de richting pedagogisch werk/ onderwijsassistent en is daar ook intern begeleider/coach studenten Passend Onderwijs. Daarnaast is ze (beroeps)coach, coacht ze collega-docenten bij het PDG-traject en is ze teamcoach en onderwijsexpert.