Is de combinatie van geluk en werk altijd het hoogst haalbare? Nee, zeker niet. Niet alle negatieve gevoelens zijn slecht. Integendeel! Als trainer, coach en leidinggevende zie ik dagelijks dat mensen negatieve gevoelens nodig hebben om tot veranderingen te komen.
Ze geven een signaal dat er iets anders moet, want als iemand onvoldoende last heeft van de negatieve kant van contraproductief gedrag, dan is de kans op verandering minimaal. Negatieve gevoelens hebben een functie. In bepaalde omstandigheden is het zelfs heel gezond en effectief om in een licht negatieve staat te zijn. Wanneer je bijvoorbeeld een belangrijke beslissing moet nemen waar mogelijk grote negatieve consequenties aan vastzitten, dan is het goed deze gevolgen ook in een licht negatieve staat te bezien. Je zal dan terecht zeer voorzichtig te werk gaan.
Invloed op je eigen gevoelens
Het doel is zeker niet om negatieve gevoelens weg te halen. We willen je wel handvatten geven zodat je meer invloed hebt op je eigen gevoelens. Wat wel goed is om te weten, is dat langdurig blijven hangen in gevoelens van onmacht, boosheid of verdriet gevaarlijk is. Je bent dan eerder vatbaar voor ziekten door een verminderde werking van je afweersysteem. Verder kan langdurig ongelukkig werken leiden tot een burn-out of overspannenheid.
Het komt erop neer dat we je meer vrijheid willen geven in het omgaan met je eigen gevoelens, zodat je jezelf in meer situaties kan redden en je vaker prettiger voelt. Je werkt aan geluk, omdat je geluk voor jou kan laten werken. Het is echter belangrijk in te zien dat een dergelijk ideaal niet een-twee-drie volledig is te realiseren. We kunnen echter wel stappen zetten in deze richting. De Amerikaanse psycholoog Jonathan Haidt vergelijkt dit streven met het temmen van een olifant. De olifant staat bij hem voor alle processen in onze geest die min of meer automatisch verlopen, zoals onze gevoelsmatige reacties en passies. De olifant stuwt ons met ongekende kracht bepaalde richtingen op. Het kleine mannetje dat de olifant wil temmen is ons rationele bewustzijn dat probeert de olifant waar nodig bij te sturen.
Dit beeld is vooral nuttig omdat het benadrukt hoe lastig het soms is de olifant in toom te houden. Een dierentemmer heeft wel twintig jaar nodig voordat hij de olifant zijn wil kan opleggen en zelfs dat lukt dan maar tot op zekere hoogte. In het circus kan de olifant wel op twee poten staan, maar niet elegant door een hoepeltje springen.
De nukken van het enorme beest hebben geleid tot de mythe dat bewuste pogingen om gelukkig te worden tot mislukken zijn gedoemd. Of zoals de Oostenrijkse dichter Nikolaus Lenau het eens uitdrukte: ‘Het geluk is als een vrouw die het meest wordt aangetrokken door degene die haar het minst naloopt.’ Toch komt uit onderzoek een ander beeld naar voren. Mensen die rapporteren dat zij zich gelukkig voelen, kennen een hoge prioriteit toe aan hun eigen welbevinden. Ze zijn bereid zich in te spannen om zichzelf prettig te voelen. Daarbij hebben ze een levendig besef van al het goede dat hen ten deel valt. Ook weten ze heel aardig wat belangrijk voor hen is om een positieve stemming te handhaven. Zo blijven ze actief, zoeken ze graag vrienden op en als hen iets akeligs gebeurt proberen ze daar de positieve kant van te ontdekken.
De moraal van het verhaal lijkt te zijn dat gelukkiger worden net zoiets is als de olifant een nieuw kunstje leren. Dat gaat zeker niet gemakkelijk en je zult dat enorme beest misschien nooit echt de baas worden. Het karakter van het beest is immers ook afhankelijk van erfelijke aanleg en van de omstandigheden waaronder het is opgegroeid. Garanties voor succes ontbreken, maar toch loont het de moeite om je leven met enige regelmaat tegen het licht te houden en je af te vragen of je voldoende prioriteit toekent aan je eigen welbevinden en het geluk van je naasten. Uiteindelijk boek je vaker succes als je een belangrijk doel maakt van geluk in je werk dan wanneer je het opgeeft en hoopt dat de olifant vanzelf tegen het geluk aanloopt.
Hoe gelukkig ben jij in je werk?
Als we onze innerlijke olifant een paar nieuwe trucjes leren, dan is het belangrijk inzicht te krijgen in hoe het beestje normaal gesproken functioneert. We willen je uitnodigen om regelmatig een zelftest te doen. Deze test geeft je een globaal beeld van hoe je nu functioneert en je kan hem na verloop van tijd opnieuw doen om te zien of je iets bent opgeschoten.
Beantwoord de volgende vragen met een cijfer van 1 (heel slecht) tot en met 10 (kan echt niet nog beter).
Hoe gelukkig ben jij in je werk? | |
Ga je met plezier naar je werk, heb je fijne collega’s? | |
Word je voldoende uitgedaagd, zonder dat het je te veel wordt? | |
Ben je geïnspireerd op je werk en zou je anderen jouw baan aanraden of toch liever niet? |
Deze vragen hebben een uitgangspunt voor jezelf geformuleerd. Wellicht heb je een hoge score of ben je erachter gekomen dat er nog een hoop te winnen is qua geluk in jouw werk. De vraag is nu op welke gebieden je jezelf verder zou willen ontwikkelen. Heb jij behoefte aan meer plezier, authenticiteit of zinvolheid in je werk? Is er ruimte voor verbetering? Denk eens na waar je je op zou willen richten als je gelukkiger zou willen werken. Je hoeft niet meteen de juiste focus te hebben, want je kan je plan steeds bijstellen. Toch is het belangrijk voor nu een keuze te maken. Waar zou jij je aandacht op willen richten? Ik wil je nu vragen om een aantal minuten stil te staan bij het volgende: wanneer je een zestal punten zou mogen veranderen die jou gelukkiger zouden maken in jouw werk, welke punten zou je dan kiezen? Schrijf ze op in volgorde van belangrijkheid.
1. (belangrijkst voor mijn geluk in mijn werk)
2.
3.
4.
5.
6.
De ervaring leert dat het maken van zo’n opsomming vaak tegenvalt. Het loont daarom de moeite je eigen mening te spiegelen aan die van anderen. Ik heb tijdens het geven van trainingen gemerkt dat cursisten bij deze opdracht het vaakst tot de volgende punten komen:
1. Prettige collega’s/goede sfeer
2. Optimale uitdaging in werk
3. Goede leidinggevende
4. Goede balans werk-privé
5. Gevarieerd werk
6. Zinvol werk
De olifant of de omstandigheden?
De vraag die ik nu aan je wil voorleggen is de volgende: welk belangrijk aspect schittert door afwezigheid in het lijstje dat door cursisten wordt gemaakt? Hebben zij punten vergeten die jij wel hebt genoemd? Of zou je misschien de punten in een andere volgorde willen zetten? Wanneer je goed kijkt, zijn het allemaal punten die iets zeggen over de werkomgeving en niets over de persoon die daarbinnen functioneert. In de praktijk blijkt dat wie je zelf bent en wat jij zelf doet cruciaal is voor jouw eigen geluk. Zo heeft de een veel meer last van negatieve gevoelens zoals onzekerheid, angst of boosheid dan de ander. Het maakt helemaal niet uit in welke werkomgeving je zo iemand plaatst, want hij sleept zichzelf gewoon mee naar de volgende baan. Voor veel coaches is dit een erg bekend patroon. Vaak lopen mensen verschillende keren tegen dezelfde patronen aan (bijvoorbeeld ruzie met een bepaalde collega) en hebben mensen in het begin altijd de neiging hiervan de omgeving of de ander de schuld te geven.
In de praktijk houden wij bij beslissingen vaak niet zo goed rekening met wie wij zijn, met de olifant die we in het dagelijks leven berijden. Daardoor besteden we soms te veel aandacht aan het aanpassen van de omstandigheden, terwijl het productiever zou zijn in ogenschouw te nemen hoe we zelf reageren.
Het geluksonderzoek van Sonja Lyubomirsky komt zelfs tot de schatting dat ons geluk voor slechts 10 procent wordt bepaald door de omstandigheden waarin we verkeren. De keuzes die we maken zijn verantwoordelijk voor 40 procent en onze erfelijke aanleg voor de rest. Op onze erfelijke aanleg kunnen wij geen invloed uitoefenen, maar wel hoe we keuzes maken en hoe we ons werk tegemoet treden.
Zeven mythes over geluk
Voor we echt aan het werk gaan, is het belangrijk enkele misverstanden over gelukkig werken nog even kort te benoemen en te ontkrachten. Dit gebeurt aan de hand van de volgende zeven mythes.
Mythe 1: Voor gelukkig werken moet alles perfect zijn
Sommige mensen hebben het gevoel dat gelukkig werken alle negatieve gevoelens zal wegnemen. Wie dit verwacht, zal teleurgesteld worden. Gelukkig werken houdt in dat de balans naar de positieve kant verschuift, en dat je het gevoel hebt dat je iets doet wat de moeite waard is. Maar zelfs in de gunstigste omstandigheden hebben we soms negatieve gevoelens nodig. Ze geven ons een signaal waar dingen dreigen mis te gaan. Daarnaast helpen negatieve gevoelens om tot (gedrags)veranderingen te komen. Gelukkig werken is echter niet goed mogelijk als je blijft hangen in negatieve gevoelens. Het gevoel van machteloosheid dat hiermee samenhangt is ziekmakend. De toegenomen uitval door stress, burn-out en overspannenheid van de afgelopen twintig jaar laat zien dat dit een belangrijk probleem is.
Mythe 2: Geluk maakt lui.
Gelukkige werknemers zijn geen luie genotzoekers, ze zijn juist actiever, meer betrokken en meer resultaatgericht. Uit onderzoek komt naar voren dat gelukkige medewerkers gemiddeld 50 procent meer gemotiveerd zijn, meer dan 100 procent meer betrokken en gemiddeld 30 procent meer resultaat behalen dan ongelukkige medewerkers.
Mythe 3: Geluk is niet te meten
Geluk is zoiets persoonlijks, dat kan je helemaal niet meten, wordt vaak beweerd. Onderzoek van de afgelopen dertig jaar laat echter zien dat de mate van geluk van individuen prima te meten is. Mensen kunnen op speciaal ontwikkelde vragenlijsten zelf goed aangeven hoe gelukkig zij zijn. Geluk is daardoor een factor die je goed kan onderzoeken.
Mythe 4: Gelukkig werken is hetzelfde als arbeidstevredenheid
De termen zijn volle neven van elkaar, maar er is een cruciaal verschil in gebruik. Arbeidstevredenheid wordt vaak in de invloedssfeer van de organisatie getrokken die de voorwaarden moet scheppen, zodat werknemers tevreden zijn. Gelukkig werken houdt in dat de medewerker zelf meer verantwoordelijkheid neemt. Uit onderzoek blijkt dat de samenhang tussen arbeidstevredenheid en productiviteit gering is. Dit in tegenstelling tot gelukkig werken, waarbij de positieve relatie met productiviteit duidelijk aanwezig is.
Mythe 5: Gelukkig werken staat los van je privéleven
Gelukkig werken kan je niet los zien van je geluk in je leven als geheel. Aan de negatieve kant zie je dat werkloosheid een negatief effect heeft op het algemene geluksniveau van mensen. Aan de andere kant zie je dat mensen die gelukkig werken duidelijk gelukkiger zijn in het algemeen. Het hebben en ervaren van plezier, voldoening en zingeving door werk heeft blijkbaar een duidelijk positief effect op het algemene geluksniveau. En andersom, natuurlijk.
Mythe 6: Gelukkig werken is alleen voor hogeropgeleiden
Sommige mensen denken dat nadenken over plezier, voldoening en zingeving in je werk alleen iets is voor hogeropgeleiden. Niets is minder waar. Op ieder opleidingsniveau zie je een vergelijkbaar percentage mensen dat met hart en ziel werkt, terwijl een ander deel alleen werkt voor het geld. Wel blijkt dat specifieke kenmerken van werk van belang zijn. Wie meer autonomie ervaart, voelt zich gelukkiger. Mensen die leidinggeven of eigen baas zijn, zijn gemiddeld gelukkiger. Je kan echter ook je autonomie vergroten zonder van baan te verwisselen.
Mythe 7: Gelukkig werken is geen kunst als je leuk werk hebt
Het spiegelbeeld van deze mythe is dat je niet gelukkig kunt werken als je vervelend werk hebt. Toch is de werkomgeving niet de belangrijkste bepalende factor voor je geluk. Veel belangrijker is jouw manier van denken en doen. Dit bepaalt plezier, voldoening en zingeving in je werk en leven, onafhankelijk van de specifieke werkomgeving.
Bron: Gelukkig Werken – Versterk je persoonlijk leiderschap door Onno Hamburger, Ad Bergsma