Hoe doe je als coach de introductie van een werkvorm of oefening? Moet je vooraf al iets zeggen over de theoretische kaders van waaruit je de oefening doet? Dat is per werkvorm verschillend, en toegesneden op de coachee en zijn vraag. De richtlijn die wij als coaches hanteren, is dat we voldoende vertellen over de theorie om ermee te kunnen werken en niet meer vertellen dan nodig is. Als de coachee in de ervaring van de oefening kennismaakt met een denkkader uit de theorie, is dat altijd te verkiezen boven een theoretische verhandeling vooraf.
Soms ontkom je er niet aan om een model, zoals het OVK-model of de scriptcirkel, even op de flip-over kort weer te geven voor je ermee aan de slag kunt. Dit biedt de coachee veelal een helder kader dat hem inzicht en bewustzijn verschaft. Maar het is goed om je te realiseren dat als iemand in de cognitieve stand van begrijpen zit, dat dan de overstap naar een energetische oefening moeilijker wordt. Even opwarmen is dan belangrijk..
Niet te zwaar
Verder is het van belang om de introductie van een werkvorm niet te zwaar beladen te maken We geven een voorbeeld van een te beladen introductie. ‘Ik ga je vragen of je een oefening wilt doen die vraagt om een energetische benadering. Ik snap heel goed dat het misschien wel spannend voor je is. Als je je daarbij niet comfortabel voelt, moet je het maar gewoon aangeven. Het is misschien heel anders dan wat je gewend bent, maar neem de tijd om eraan te wennen. Zou je het aandurven?’
Het is duidelijk dat je op deze manier bij de intro al een heleboel onnodige drempels opwerpt. Laten we kijken naar een voorbeeld van een vage introductie. ‘We gaan iets doen met stoelen. In deze stoel ben je in je ontspannen ge- voel. Waar wil je deze stoel neerzetten en waar staat hij ten opzichte van jou?’
Deze aanpak is een stuk minder beladen, maar dit gaat wel heel snel voor de coachee. Voordat hij het weet, zit hij in een situatie waarin hij niet weet wat hij moet doen en wat het hem gaat opleveren. Het is veiliger om de coachee geleidelijk mee te nemen. ‘Het lijkt wel of er steeds een stem in jou zegt dat je alles heel goed moet doen. Zullen we die stem eens wat uitvoeriger aan het woord laten? Stel je voor dat deze stem in jou een eigen plek in deze ruimte zou krijgen, waar zou die dan zijn? Zullen we er eens naartoe gaan?’
Deze introductie van een werkvorm of oefening geeft wel een helder beeld van wat de coachee herkent en geeft een kijkje op wat er gaat gebeuren. Ook uitnodigende zinnen werken drempelverlagend: ‘Zullen we eens iets uitproberen?’, of ‘Het lijkt me interessant om met dit gegeven eens een experimentje te doen.’ Zelfs simpelweg je hand uitsteken ter introductie kan al werken: ‘Kom eens staan.’
Rust en ruimte bij de introductie van een werkvorm
In een oefening moet je als coach rust en ruimte nemen om de verschillende stappen uit te leggen. Als je merkt dat de coachee nog erg in zijn hoofd blijft zitten, is het goed om even op te warmen. Je kunt bijvoorbeeld met de coachee gaan bewegen in de ruimte en al lopend de coachvraag verder verkennen. De stap naar een oefening wordt dan al kleiner. Om met lef en plezier energetisch met Voice Dialogue en Transactionele Analyse te kunnen coachen, geven we een paar aandachtspunten om voor jezelf rust en ruimte te creëren.
Maak ruimte in je hoofd
Om te werken met Voice Dialogue of Transactionele Analyse is het goed om zelf als coach ruimte te maken in je hoofd. Stap niet direct na een intensieve vergadering een coachgesprek in. Neem even rustig de tijd om je voor te bereiden. Je weet zelf wel wat het best voor je werkt. Misschien moet je zelf even bewegen of juist even stilzitten in de coachruimte voordat je met een coachsessie begint.
Houd het licht
Benader de werkvormen die je inzet niet als iets zwaars. Natuurlijk komen er emoties los, die mogen er zijn, maar er mag ook echt wel gelachen worden. Probeer geen emoties op te wekken en werk met wat er is. In onze oefeningen zie je vaak een speelse benadering van serieuze zaken. Deze combinatie maakt een oefening voor de coachee toegankelijk.
Wees authentiek
Doe alleen een werkvorm als je je er comfortabel bij voelt. Coaches zijn ook mensen. Soms ben je moe of ben je zelf niet in de stemming om een uitvoerige oefening te doen. Houd het klein en doe jezelf geen geweld aan.
Vertrouw op je intuïtie
Wees niet bang om iets uit te proberen. Als je op zoek bent naar de perfecte interventie, blokkeer je jezelf. Als je goed bent afgestemd op je coachee, mag je erop vertrouwen dat jouw ingeving er niet voor niets is. Bedenk dat vele wegen naar Rome leiden. Als je merkt dat de oefening de coachee volstrekt niet aanspreekt, is er nog geen man overboord. Sterker nog, dit leidt vaak naar een nieuwe insteek of op zijn minst naar een goed gesprek.
Bron: Coachen met lef