Open Kaart: 75 kaarten om van schaamte een kracht te maken is een spel dat aanmoedigt om schaamte te zien als een krachtbron voor leren, veranderen en groei.
Schaamte is meestal een pijnlijke en onaangename emotie, omdat ze je erop wijst dat je afwijkt van eigen of andermans normen. Schaamte kan over van alles gaan: een blunder, een foute gedachte, een verkeerd geplaatste opmerking. Hoe fijn zou het zijn als je je minder zou hoeven schamen? Nooit meer die angst om je afgewezen of in je eergevoel aangetast te voelen.
Er zit ook iets moois aan schaamte. Schaamte zorgt ervoor dat mensen zich oké gedragen. Schaamte beschaaft. Schaamte verbiedt wat de wet niet verbiedt. Toch kan schaamte je flink in de weg zitten. Hoe kun je er het best mee omgaan? Hoe maak je het bespreekbaar?
Met de 75 schaamtekaarten kun je schaamte op een lichtvoetige en ontwapenende manier onder ogen zien en samen bespreken. Gebruik de kaarten om je schaamte te overdenken en als krachtbron te benutten. In je eentje, of – beter nog – samen met anderen. Dit spel leent zich uitstekend voor intervisiegroepen. Vraagstukken kunnen met extra diepgang worden besproken terwijl de sfeer desondanks luchtig blijft.
Dit kaartspel moedigt aan om schaamte en de uitdagingen die ermee gepaard gaan te onderkennen en samen diepgaand te bespreken. Dankzij de heldere vragen kun je mooie stappen zetten om met schaamte om te gaan. Door schaamte openlijk te bespreken, raakt het taboe op schaamte doorbroken.
Wat zijn open vragen? En wat zijn helpende vragen?
Open vragen nodigen uit om uitgebreid antwoord te geven in plaats van een kort ‘ja’ of ‘nee’. Daarmee zet je de ander aan het denken. Open vragen beginnen met woorden als ‘wat’, ‘wie’en ‘hoe’. Ook helpende vragen zetten de ander aan tot nadenken. Daarmee vraag je niet naar wat de ander al weet, maar naar wat echt helpt om de ander tot nieuwe inzichten te doen komen.
Een voorbeeld van een open en helpende vraag
• A leest de volgende schaamtekaart voor: ‘Wat is jouw guilty pleasure?’
• B antwoordt: ‘Een pot pindakaas uitlepelen.’
Een gesloten vraag van A is dan: ‘Met hele stukjes pinda erin?’
Een open vraag van A zou zijn: ‘Wat voor pindakaas?’
Ook al is die tweede vraag open, hij is nog niet helpend, omdat B zelf wel weet om welke pindakaas het gaat. Een open én helpende vraag van A zou zijn: ‘Wat doet dat met je?’
Bron: Open Kaart: 75 kaarten om van schaamte een kracht te maken door Inez Kohlmann en Aukje Nauta.