In haar Luisterboek geeft Froukje Weidema praktische oefeningen om je eigen luisteren te trainen en om de opgedane lessen vervolgens direct toe te passen. Luisteren wordt immers voortdurend, overal, permanent van ons gevraagd, dus de oefenmogelijkheden zijn legio!
LSD: Luisteren – Samenvatten – Doorvragen
Een klassiek heilig communicatiehuisje is LSD: Luisteren – Samenvatten – Doorvragen. Ik schep er een vreemd genoegen in om dit in al mijn trainingen zo gauw mogelijk over de schutting te kieperen, en dan in het bijzonder het samenvatten. Wat een inspanning is dat! En waarom, o waarom, worden al die aankomend hulpverleners en managers en coaches en trainers en juffen en meesters toch in vredesnaam getraind in dat samenvatten? Het is namelijk dé manier om het eigen denkspoor in te slaan en daarmee gedag te zeggen tegen de spreker.
Uit Het Luisterboek kun je oppikken dat luisteren (lees: de woorden horen die een ander zegt) behoorlijk moeilijk is en vreselijk veel discipline en oefening vereist.
Doorvragen heeft als voorwaarde het vermogen tot dit ‘excellent luisteren’, dus nee: dat is ook geen kinnesinne. Tussendoor: veel mensen denken dat doorvragen hetzelfde is als open vragen stellen. Dat open vragen stellen hoeft heus niet per se, hoor. Een gesloten vraag levert lekker glasheldere informatie op: een ja of een nee. Dat is in veel gesprekken bijzonder verhelderend. Doen dus!
Het samenvatten, voor wie het nog ontgaan was, wordt schromelijk overgewaardeerd. Het leidt meestal een aftakking van dat prachtige principe van maieutiek – het in herinnering brengen van wat er aan wijsheid in de ander aanwezig is. Je legt aan de spreker voor wat jij denkt dat er gezegd is. Het vereist van je spreker behoorlijk veel assertiviteit om dat te weerspreken, zeker wanneer er een rood lopertje wordt uitgerold naar een instemmend ja. ‘Klopt dat?’, wordt er dan goedbedoeld toegevoegd aan de samenvatting uit het kokertje van de luisteraar. ‘Ehh … ja …?’
Ik vraag me vaak af waartoe een luisteraar samenvat. Nou, om te checken of ik het goed heb begrepen, krijg ik meestal als antwoord. En om er blijk van te geven dát ik luister, hoor ik ook regelmatig.
Huh!? Je luistert toch? Waarom moet dat nog bewezen worden dan? Ik mag verwachten dat de ander daarop kan rekenen, dus bewijslast hoeft niet aangevoerd te worden. Een ‘samenvatting’ van de gemaakte afspraken heet een ‘resumé’. Dat is een ander type samenvatting waarin geen inhoud wordt besproken, maar de conclusies worden gedeeld.
Als de ander professioneel (of raadgevend) met je in gesprek is, bijvoorbeeld in een coach- of therapiesessie, in een jaargesprek of in een vergadering, laat je samenvattingen dan voortaan gerust achterwege. Het gaat erom dat de ander in staat is zichzelf te begrijpen, uit te drukken of duidelijk te maken. Houd voor ogen dat de ander alles weet wat nodig is en dat alle wijsheid in hemzelf huist. De Elenchus: het vroedvrouwprincipe. Je cliënt weet enkel nog niet dát hij alle wijsheid al in zich draagt. Het hoeft alleen maar tevoorschijn te komen. Dat is niet altijd gemakkelijk of comfortabel of plezierig of een lolletje. Net als bij een bevalling doet het soms zelfs ronduit pijn. Maar degene zélf doet het werk. Blijf dus maximaal van de inhoud af en faciliteer dit wonderlijke proces.
Hoe? De perfecte samenvatting verkrijg je door simpelweg aan de spreker te vragen: zou je alsjeblieft in één zin kunnen aangeven wat nu het allerbelangrijkste is in wat je zojuist hebt verteld? ‘Gebruik maximaal zeven woorden’, dat is ook een fijne instructie. Zeven woorden zijn goed te overzien. En nodigen de spreker uit tot uiterste bondigheid. Wel zo prettig.
Dan heb je niet alleen een perfecte samenvatting die zonder meer accuraat en eigen is, maar heb je ook direct weer de richting en dus de focus van je gesprek te pakken. Want als je spreker deze samenvatting heeft geboden, kun je iedere keer weer vragen: kun je vertellen wat deze samenvatting te maken heeft met …? [en dan herhaal je weer de uitgangsvraag, de werkvraag of de vergadervraag waartoe je bij elkaar gekomen was].
Praktische tips
- Geeft iemand je goedbedoelde, maar omfloerst verpakte feedback? Vraag om in maximaal zeven woorden de boodschap aan te reiken.
- Train je gevoeligheid voor paradoxen, incongruenties en tegenstrijdigheden. In je communicatie wijs je vervolgens heel precies aan waar het in het gesprek precies opkwam: bij welk woord was dat precies?
- Zodra je wordt meegezogen in een verhaal en gevoelsmatig helemaal betrokken bent, keer terug naar de woorden die iemand gebruikt. Stel vragen.
Een oefening in onverschrokkenheid
Denk terug aan een situatie waarin je feedback ontving van iemand. Wat herinner je je hier precies van? In welke mate werd deze feedback onomwonden gegeven? Was het glashelder wat de ander je je teruggaf of is het vooral je eigen interpretatie (of, tja, zelfveroordeling, of je schrik, of je ontzetting, je weerwoord of …) die je hoort weerklinken in je gedachten?
Nu het omgekeerde: denk terug aan een moment waarop jij recentelijk feedback gaf aan iemand anders. Kijk zorgvuldig en met een open, lerend vizier terug: wat zei je precies, hoe onomwonden was je, welk verpakkingsmateriaal gebruikte je? Zette de verpakking de boodschap kracht bij of zwakte het de boodschap juist af? Kijk nu naar de reactie die je kreeg van de ander. Reageerde de ander op je feedback of op je verpakking?
Welke les trek je over je eigen manier van feedback ontvangen en welke les trek je over je eigen manier van feedback geven? Pas beide lessen nauwgezet toe bij een eerstvolgende gelegenheid en doe bovenstaande oefening dan opnieuw.
Bron: Het Luisterboek – Een boek dat je de oren opent door Froukje Weidema