Aan de hand van het verhaal van Isabel: leren van je ergernissen met Voice Dialogue verkent Marijke Leys wat er gebeurt als je als coach meer aandacht besteedt aan kwetsbaarheid en er ook zelf voor openstaat.
Drie verhalen uit de coachingspraktijk
In haar boek Kwetsbaarheid als kompas krijg je van Marijke Leys inspiratie aan de hand van drie verhalen uit de coachingspraktijk die uit het leven gegrepen zijn. In de verhalen verweeft ze haar theoretische kennis en passeren verschillende aspecten de revue, zoals de beschermers van onze kwetsbaarheid, de impact van onze geschiedenis, de innerlijke criticus en schaamte, en de interactiepatronen tussen mensen als de onderliggende kwetsbaarheid geen ruimte krijgt
Het verhaal van Isabel: leren van je ergernissen met Voice Dialogue
Tijdens het kennismakingsgesprek met Isabel raak ik onder de indruk van haar persoonlijkheid. Ze heeft in korte tijd carrière gemaakt in de multinational waar ze intussen vijf jaar werkt. Tijdens die vijf jaar heeft ze al drie verschillende jobs gehad en nu zit ze voor het eerst in een leidinggevende positie, ze is net 28 geworden. Ze is verantwoordelijk voor de dienst die alle klachten van klanten moet behandelen en stuurt een tiental mensen aan. ‘Het leek me de meest logische stap om te zetten, ik heb dus ook niet geaarzeld om me kandidaat te stellen. Ik doorliep de procedure heel vlot en ik dacht dat ik gewoon aan mijn volgende job zou beginnen.’
Het liep echter anders. Isabel vertelt dat ze worstelt met de mensen in haar team. Ze is gewend om controle te hebben over zaken, een harde werker, altijd klaar om zelf verantwoordelijkheid op te nemen. Ze beseft dat niet iedereen is zoals zij, maar ze kan niet begrijpen dat er mensen zijn die er de kantjes van af lopen en hun werk niet naar behoren doen. ‘Dat is toch het minimum wat je kunt verwachten, gewoon je werk goed doen.’
Elke ochtend zit ze om 7.30 uur aan haar bureau – ‘Dan krijg ik tenminste nog iets gedaan voor iedereen aankomt’ – en bekijkt ze de dagcijfers. Het aantal geopende dossiers per medewerker, de doorlooptijd, het aantal afsluitingen, het aantal escalaties. Ze moet zich bedwingen om niet zelf een aantal dossiers over te nemen. Voor de werkdag begint, is ze zich al aan het ergeren. Ze betrapt zich erop dat ze veel norser is dan vroeger. Dat ze soms moeilijk beleefd kan blijven, bijvoorbeeld als Linda weer eens slordig te werk gaat in een dossier. ‘Ik slaap ook slechter en dat stoort me ook. Ik heb meer conflicten met mijn man, die vindt dat ik veel te hard van stapel loop en soms op een soort van kruistocht ben als hij me hoort praten over mijn team. Ik zeg dan dat hij geen idee heeft van de fouten die er soms gemaakt worden.’
‘Daarom ben ik dus hier, ik besef dat er iets moet veranderen. Ik probeer het ook elke dag, maar steeds opnieuw loop ik vol frustratie. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Ik vraag me af hoe andere managers dat doen. Sommige van mijn collega’s lopen net niet fluitend door de gang. Blijkbaar doen zij het anders.’
Ik vraag, zoals altijd in een intakegesprek, kort naar haar geschiedenis. Ze is de enige dochter van ouders die allebei een stevige carrière hebben opgebouwd. Haar moeder heeft verschillende kledingwinkels en haar vader is zijn hele leven financieel directeur geweest bij grote bedrijven. Isabel spreekt met grote bewondering over haar beide ouders. Het klopt dat ze altijd veel met hun werk bezig waren, maar ze kwam nooit iets tekort, integendeel. Ze kreeg alles wat ze wilde en nodig had. Haar ouders zijn ook trots op haar. Op de belangrijke momenten waren ze er. Ze schetst een duidelijk en rationeel relaas. Ze kijkt me aan met een krachtige blik. Ik voel dat ik op dit moment haar geschiedenis beter niet ter sprake kan brengen. ‘Kom niet aan mijn ouders.’ Zo voelt het.
Ik ga even terug naar haar werksituatie en zeg dat ik wel kan begrijpen dat het niet zo makkelijk is voor haar. Ze heeft tot nu toe alleen gewerkt, had de dingen wel onder controle, kon zelfstandig haar koers bepalen, en nu is ze afhankelijk van de mensen in haar team. Dat is een totaal andere situatie. Zij is echter de eindverantwoordelijke en dat is soms frustrerend, omdat ze niet op iedereen evenveel impact heeft.
‘Precies, zo is het, ik moet het wel maandelijks uitleggen hoe het komt dat bepaalde cijfers niet beter worden. Ik ben nog nooit echt zenuwachtig geweest sinds ik voor dit bedrijf werk, maar die maandelijkse meetings, pffff … Dan lig ik echt wakker.’
‘Kan je wel bij je eigen leidinggevende terecht?’
Ze zegt dat ze een goede manager heeft, zeer intelligent en ook een harde werker. ‘Hij heeft er vertrouwen in dat het wel goed komt. “Jij kan dit”, zegt hij tegen mij. Dus dat motiveert me wel. Natuurlijk moet ik dit zelf wel oplossen.’
______________________________________________________________________
Marijke: Na het gesprek maak ik mijn eerste aantekeningen. Ik maak een inventaris van de innerlijke bus van Isabel. Controle, verantwoordelijk zijn, plichtsbesef, loyaal, harde werker. Ik zie een heel cluster krachtige chauffeurs zitten. Ze hebben het stuur al lang goed in handen. Ik vermoed dat deze kwaliteiten door haar ouders ook erg gewaardeerd werden.
Nu ze in een nieuwe situatie zit, wordt het voor een aantal van die chauffeurs moeilijker om hun job te doen. Toch proberen ze dat wel. Elke ochtend de cijfers bekijken, belangrijke dossiers mee opvolgen …
Ik bedenk hoe we het beste kunnen starten. Vanuit Voice Dialogue heb ik geleerd dat het goed is om eerst te honoreren wat er is. Ik kan me voorstellen dat het veel fijner zou zijn voor Isabel als ze wat meer zou kunnen relaxen, maar dat zou een te grote overgang zijn. Dan zet ik als het ware haar krachtig werkende stukken aan de kant. Dat zal niet lukken. Ze zal in het verzet gaan. Terecht ook. Deze belangrijke chauffeurs – in Voice Dialogue ook wel primaire subpersonen genoemd – hebben haar tot nu toe alleen maar succes gebracht. Waarom zou ze dat willen loslaten? Ik noteer: ‘psycho-educatie innerlijke bus/primaire subpersonen honoreren’. Psycho-educatie wil zeggen dat je een stukje feitelijk en theoretisch onderbouwd kader geeft. Dit is aangewezen als iemand eerder rationeel is en via ‘begrijpen’ tot inzichten komt. Er zijn mensen die eerder tot inzicht komen via ervaren, of via de relatie met de begeleider. Bij Isabel kunnen we volgens mij het beste inzetten op haar ratio.
______________________________________________________________________
‘Ik ben het boek Ik (k)en mijn ikken aan het lezen. Ik vind dat wel interessant en ben benieuwd naar wie er bij mij in mijn innerlijke bus zit.’ Ze valt onmiddellijk met de deur in huis. Het spreekt voor zich dat ze ook hier in de begeleiding onmiddellijk hard en efficiënt aan de slag wil.
Het is op zich best een luxe als iemand zich wil verdiepen in mijn manier van werken, de valkuil is natuurlijk dat ik me laat meeslepen in het enthousiasme en veel te snel wil gaan. Ik denk even terug aan iemand die op voorhand bijna alles over Voice Dialogue gelezen had en ook de filmpjes over de sessies had bekeken. Ze wilde het goed doen tijdens de begeleiding. Toen ik met haar een Voice Dialogue-gesprek wilde doen en haar liet opschuiven om met een deel van haar te praten, kreeg ik de perfecte antwoorden te horen, maar er gebeurde niets, er was geen levendigheid. Pas toen ik begreep dat haar perfectionistische deel ook hier het heft in handen wilde houden, kon ik aan de slag met die stem. Toen veranderde er wel iets.
Ik honoreer echter wel dat Isabel zich zo goed heeft voorbereid. Het is en blijft prettig om zo aan de slag te kunnen gaan, en tegelijk hou ik het verhaal dat ik net beschreef in mijn achterhoofd.
‘Zullen we samen eens een inventaris maken van je bus?’ Ik stap naar mijn whiteboard en teken een grote, lege bus op het bord. Ik vraag waar ze zelf al aan dacht.
‘Zeker en vast iemand die graag controle houdt. Dat is een heel grote stem.’ Ik schrijf het woord controle vooraan in de bus en vraag haar me iets te vertellen over dat deel.
Ze zegt dat ze al heel lang graag zicht heeft op de dingen, alles goed plant, lijstjes maakt – dat geeft haar houvast. Als ze dat niet zou doen, dan zou ze toch wel heel zenuwachtig worden. Ze haalt haar agenda uit haar tas en toont me hoe dat eruitziet. Het is een weekplanner waarin bij elke dag een mooi geschreven to-dolijstje staat, samen met een aantal kleurige post-its die blijkbaar per project zijn ingedeeld. Het ziet er verbluffend gestructureerd uit. Ik denk maar even niet aan mijn eigen gekribbel in mijn agenda. ‘Oké, dat is helder, iemand die controle wil houden. Deze heeft misschien nog wel wat metgezellen die komen helpen?’
Isabel denkt even na. ‘Tja, het heel goed willen doen, ik ben nogal van de details. De Puntjes-op-de-i. “Half werk is geen werk”, dat zei mijn vader altijd. Of “Goed genoeg is onvoldoende.” Hij noemde dat altijd excuses om je falen te camoufleren.’
Ik vraag haar wat ik dan op het bord zou kunnen schrijven. Ik gebruik niet zomaar een woord of een omschrijving. Elke benaming van een deel komt immers het best van de cliënt zelf. Maar zeker voor Isabel is dat heel belangrijk. ‘Puntjes-op-de-i, dat is denk ik een goede omschrijving. Ik stop niet voor ik het gevoel heb dat ik echt niet beter meer kan.’
Terwijl Isabel dit vertelt, denk ik even aan een meisje dat al die boodschappen te horen krijgt. Ik vind het best forse uitspraken, en voel zelf een lichte beknelling rond mijn keel. Ik zeg er echter niets over, maar maak wel een notitie in mijn hoofd.
Ze komt op dreef en vertelt dat ze zich ook superverantwoordelijk voelt, vandaar dat ze zo snel een schuldgevoel heeft. Althans, dat is toch wat ze aan elkaar verbindt. Als de cijfers minder goed zijn, dan voelt ze zich schuldig. Het bedrijf rekent er immers op dat ze voor goede cijfers zorgt. Ze kan dan zo’n wee gevoel in haar maag krijgen, alsof ze faalt. Ze denkt dat dat haar ook wakker houdt, haar prestatie is nu erg meetbaar geworden. Dat is soms prettig, maar meestal toch niet. Het kan immers steeds beter.
Ik schrijf ‘de verantwoordelijke’ bij op het bord. ‘Een krachtig gezelschap hier vooraan in je bus.’
Ze knikt. ‘Ja, ik denk wel dat dat de belangrijkste zijn.’
Ik wil met haar kijken wie er eventueel achteraan in de bus zitten, welke stukken wat verstoten geraakt zijn onderweg.
‘Ja, ik las in het boek over de verstoten stukken. Ik vind dat toch maar lastig, alsof ik moet leren om anders te worden, en bijvoorbeeld nonchalanter te zijn. Ik zie dat toch niet zomaar gebeuren, ik voelde zelfs wat weerstand toen ik daarover las. Ik word er ongemakkelijk van, ik ben best blij met wie ik ben.’
_________________________________________________________________________
Marijke: Hier wordt heel duidelijk hoe die primaire subpersonen te werk gaan. De delen die we op het bord benoemd hebben, zijn haar belangrijke chauffeurs. Ze zijn er al heel lang en ze zijn met goede bedoelingen gekomen. Bij Isabel hebben ze ook tot veel succes en waardering geleid. Deze delen lezen mee in het boek, zien dat ze misschien wat terrein zouden gaan verliezen en dat willen ze niet. Daar komt het gevoel van weerstand vandaan.
In Voice Dialogue-taal noemen we dat geen weerstand. Het zijn delen die met heel goede redenen de hakken in het zand komen zetten om te vermijden dat er te veel zou veranderen en dat Isabel zich onzeker en onrustig zou gaan voelen, dat haar leven minder succesvol zou zijn. Ik beschouw deze weerstand dus eerder als een signaal om te temporiseren en duw dan nooit door. Ik keer terug naar haar belangrijke chauffeurs.
_________________________________________________________________________
‘Laten we even teruggaan naar vooraan in je bus. Kan je me vertellen wat deze stukken voor jou betekend hebben in je leven?’
Ja, dat kan ze, ze geeft aan dat ze op school altijd goede punten haalde en best graag gezien werd door de leerkrachten. Aan het einde van haar universitaire opleiding kreeg ze de kans om te promoveren. Ze schatte in dat haar professor die haar thesis had begeleid, ook wel gezien had dat ze zeker de discipline zou hebben om dat te volbrengen. Ze was er niet op ingegaan, omdat ze het bedrijfsleven in wilde. Ze zag geen academische carrière voor zich. En nu maakt ze vlot carrière op haar huidige werk, bij elke evaluatie wordt ze geprezen om haar doorzettingsvermogen, inzicht en harde werk.
‘Het is dus best logisch dat je deze chauffeurs in je bus graag wil houden. Het is ook absoluut niet het plan om die van de bus te kieperen. Ik denk niet dat dat zou lukken.’ Ze lacht er hartelijk om. ‘Nee, dat lijkt me geen goed plan. Als die er niet meer zouden zijn, wie ben ik dan nog? Nee, nee, zij mogen en moeten blijven.’
‘En toch merk je dat je precies iets zou moeten kunnen toevoegen in je bus, nu je in een leidinggevende rol zit. Alsof je het niet helemaal redt met deze delen.’ Ze denkt even na. ‘Tja, soms zou een beetje geduld niet slecht zijn. Een beetje begrip ook voor de ander, ook al is dat echt moeilijk.’ Ik ga terug naar het bord en schrijf achteraan in de bus de woorden geduld en begrip. Ik schrijf ze in een andere kleur. Ze zijn nog te ontwikkelen, misschien zijn er ook nog andere dingen nodig, dat wordt later wel helderder.
Isabel vraagt hoe we dat nu gaan aanpakken. Ze wil graag doelgericht te werk gaan. Ik leg uit dat ik in een volgend gesprek even zou willen praten met die belangrijke chauffeurs in haar bus. Om een beetje meer voeling te krijgen met wie ze zijn en hoe ze zo groot geworden zijn in haar leven. ‘Kan ik iets voorbereiden?’ Als ik zeg dat dat niet nodig is, zegt ze lachend dat ze het weer doet hè, dat ze ook hier graag de dingen zo goed mogelijk wil doen. Ik lach met haar mee. Inderdaad, zo is dat. Ze schudt meewarig haar hoofd. ‘Het zijn echt sterke chauffeurs.’ Ik kan het alleen maar beamen.
_________________________________________________________________________
Marijke: Studenten en collega’s vragen me vaak hoe ik dat dan doe, de cliënt voorbereiden op het stoelenwerk. Ik geef meestal als advies om op voorhand enkel wat psycho-educatie te geven en een eerste zicht te krijgen op de innerlijke bus, maar niet te veel uitleg te geven over het verschuiven van de stoelen en het gesprek met de subpersonen. Mensen kunnen zich er vaak weinig bij voorstellen en worden er soms wat bang van omdat het iets nieuws is. Of ze proberen zich er krampachtig op voor te bereiden. Geen van beide helpt.
Als ik Isabel de volgende keer terugzie en er geen andere dingen op de voorgrond staan, dan wil ik haar graag zo snel mogelijk laten kennismaken met het ervaren van een stem, zodat we er niet meer alleen ‘over’ praten, maar dat ze ook kan voelen wat de intensiteit is van zo’n deel en vooral ook zicht krijgt op de wortels. Honoreren om te separeren. Dat is eigenlijk het codewoord in deze methodiek. Als je beter kan kijken en diep begrip voor een bepaald deel kan hebben, pas dan kun je er een beetje van separeren en loskomen.
_________________________________________________________________________
Bij de start van het volgende gesprek vraag ik Isabel welk van de delen vooraan in haar bus ze eerst wat beter zou willen leren kennen. ‘Puntjes-op-de-i. Ik heb er nog veel over nagedacht. Als ik denk aan al mijn ergernissen, dan besef ik dat die toch echt wel daardoor komen. Als iemand wat te nonchalant is, een dossier niet grondig aanvult, daar kan ik zo humeurig van worden.’
Ik knik. ‘Ja, dat kan kloppen, het is eigenlijk Puntjes-op-de-i die naar de dossiers van je medewerkers kijkt. Alsof je met de ogen van dat deel die dossiers uitkamt en wellicht altijd wel iets vindt.’Isabel is het ermee eens. Ze is intussen erg gefascineerd geraakt door de metafoor van de innerlijke bus. Ze is klaar om aan de slag te gaan.
Ik vraag haar waar in de ruimte ze Puntjes-op-de-i zou willen plaatsen, ten opzichte van waar ze nu zit. ‘Alleszins zeer dichtbij …’ Ik knik, dat lijkt me inderdaad logisch, ik moedig haar aan om een andere stoel te nemen en die naast haar te zetten. ‘Ga maar zitten, dan kan ik even een gesprek aangaan met die stem.’Isabel neemt plaats op de andere stoel.
B: ‘Ik heb begrepen van Isabel dat ze jou Puntjes-op-de-i noemt. Is dat de naam die inderdaad bij jou past?’ Puntjes-op-de-i: ‘Ja, ik denk het wel, ik hou ervan dat alle details ook in orde zijn. Gewoon af is niet goed genoeg, het moet perfect af zijn, dat er geen speld meer tussen te krijgen is.’
B: ‘Kan je me vertellen in welke situaties jij vooral komt?’ Puntjes-op-de-i: ‘Vooral op mijn werk, en zeker sinds ik deze nieuwe job heb. Ik ben nog krachtiger geworden. Het is dan ook zeer belangrijk dat alles goed loopt.’
B: ‘Je bent nog krachtiger geworden sinds Isabel deze nieuwe job doet. Klopt het dat je zeer vaak bij haar bent dan?’ Puntjes-op-de-i: ‘Absoluut. Ik ben er de hele dag. ’s Avonds kijk ik ook nog eens de rapporten na, voor ik ze doorstuur naar de manager.’
B: ’Wat wil jij vooral bereiken voor Isabel?’ Puntjes-op-de-i: ’Dat er zeker geen opmerkingen komen, dat haar eigen baas teleurgesteld zou zijn of spijt zou hebben dat hij haar in die positie gezet heeft. Dat zou echt een verschrikkelijk gevoel zijn. Ze heeft nog nooit gefaald, dat is echt geen optie.’
B: ‘Ze heeft nog nooit gefaald … oké. Ja, dan kan ik me voorstellen dat deze nieuwe situatie jou best zenuwachtig maakt dan. Er zijn zoveel factoren die ze niet helemaal zelf in de hand heeft.’ Puntjes-op-de-i: ‘Helemaal juist (dit deel gaat wat rechter in de stoel zitten), daarom houd ik alles zeer nauwgezet in de gaten.’
B: ’Hoelang ben je al zo actief in haar leven?’ Puntjes-op-de-i: ‘Oh, al heel lang … Ik herinner me nog toen ze een kleuter was, ze moest een tekening uitknippen. Het lukte niet goed en ik vroeg telkens opnieuw om het nog eens te mogen proberen, tot het helemaal goed was. Ik kan dat gewoon niet loslaten, als iets beter kan. Dan doe je het gewoon opnieuw. Dan pas krijg je een gerust gevoel, toch?’
B: ‘Al zo lang doe je dat dus, om ervoor te zorgen dat Isabel een gerust gevoel had. Was het ook iets dat voor haar ouders belangrijk was?’ Puntjes-op-de-i: ‘Zeker weten, absoluut voor haar vader. Die is eigenlijk identiek hetzelfde, kan zich enorm opjagen als iets niet direct lukt, blijft dan doorgaan, desnoods een nacht lang tot hij de fout gevonden heeft. Hij is niet voor niets zo goed met cijfers, hoogst betrouwbaar dat zijn cijfers in orde zullen zijn.’
_________________________________________________________________________
Marijke: Als begeleider krijg ik er iets beter zicht op hoe het er ten huize van Isabel aan toe ging. In het eerste gesprek viel me al op dat Isabel een grote adoratie had voor haar vader. Dat het voor haar nog te moeilijk is om te zien dat dit ook een impact heeft gehad op haar eigen ontwikkeling. Natuurlijk heeft het geleid tot succes, maar vandaag zorgt het ook voor veel spanning in haar innerlijke bus. Bovendien legt ze daardoor vermoedelijk druk op haar medewerkers, net zoals haar vader dat indertijd ook deed: op haar, en wellicht ook op zijn omgeving. Toch zal ik ook hier niet versnellen in het proces. Eerst honoreren, dan een beetje separeren, en zo misschien ruimte krijgen om iets aan de andere kant neer te zetten in de ruimte.
_________________________________________________________________________
B: ‘Ik begrijp dat het bijna logisch is dat jij een grote rol bent gaan spelen in haar leven. Is er nog iets wat je eraan wil toevoegen?’ Puntjes-op-de-i: ’Neen, behalve dat ik het best goed vind zo. Ik ben erg nodig, zeker nu.’
Ik bedank het deel voor het gesprek en vraag Isabel weer op de oorspronkelijke stoel te gaan zitten. Ik vraag haar hoe het is om er een beetje van los te komen en ernaar te kijken.
‘Goh, dat voorbeeld van de kleuterschool, dat was ik helemaal vergeten. Ik zie me daar nog zitten. De juf werd op den duur boos omdat ik maar bleef doorgaan, maar er was geen houden aan, ik denk dat ik hysterisch zou geworden zijn als ze me had gestopt toen.’ Isabel mijmert over dat voorval. ‘Het is toch echt een zeer krachtig deel in mij, ik voel dat bijna fysiek. Zodra ik ’s morgens de dagrapporten open kijkt zij mee, met argusogen. Ik voel onmiddellijk stress in mijn buik, alsof ze zich al paraat houdt om de eerste fout op te sporen én te vinden! Pfff … Lastig hoor, om zo de dag te beginnen.’
Ik opper voorzichtig dat ze precies zelf ook wel wat last heeft van die stem en de impact ervan op haar stresssysteem, van ’s ochtends vroeg al. ‘Misschien zou je soms willen dat je het op een andere manier kon aanpakken?’
Isabel haalt haar schouders op. ‘Ik probeer dat soms. Dan zeg ik tegen mezelf dat ik rustig wil blijven, dat ik niet te veel tijd wil besteden aan die rapporten en dat ik zeker niet op dossierniveau wil gaan kijken. Maar het lijkt zoveel sterker dan mezelf te zijn. Echt, ik open het rapport en knal, ik zit er weer middenin.’
Ik vraag haar of er collega’s zijn die er anders mee omgaan. ‘Ja hoor, Karel. Hij leidt ook een klachtenafdeling, voor de grotere klanten. Als ik hem soms vraag naar de resultaten, dan zegt hij dat hij de dagrapporten nog niet bekeken heeft. “Ik zal het wel horen als er iets misloopt.” Ik snap niet hoe hij er zo relaxed kan mee omgaan. Ik wil helemaal niet dat er iets misloopt, dat is het net. Ik vind dat je preventief te werk moet gaan. Dat is toch veel beter?’
Ik kijk haar aan en zwijg even. Puntjes-op-de-i heeft het stuur weer helemaal overgenomen. Isabel zucht. ‘Zoals Karel wil ik niet worden.’ ‘Hm, ja, die Puntjes-op-de-i in jou ziet dat niet zitten. Dat is duidelijk.’ Ze lacht, ze beseft dat het weer die stem is die van leer aan het trekken is. Ik stel haar voor dat we misschien eens zouden kunnen beginnen met een soort homeopathische dosis van Karel.’ Ze zucht weer. ‘Een heel kleine dosis dan …’
_________________________________________________________________________
De homeopathische dosis
Het verstoten deel bereiken is niet altijd makkelijk als er een primaire subpersoon is die het stuur van de bus zo stevig in handen heeft. Die wil liefst geen terrein prijsgeven. Hij beschermt immers een flink stuk kwetsbaarheid, een gevoeligheid waar we nog niet helemaal zicht op krijgen. Als de cliënt dan zelf geen zicht krijgt op de verstoten subpersoon, dan kan je werken via iemand die daar beter in is, in dit geval haar collega Karel. Stiekem is Isabel wel een beetje jaloers op hem, ook al zou ze nooit echt willen en kunnen worden als hij.
Daarom praat ik hier over een homeopathische dosis. Dat zorgt ervoor dat de cliënt vaak wel openstaat om dat deel te verkennen. Zonder dat het te bedreigend of overweldigend aanvoelt. Eigenlijk kunnen we ervan uitgaan dat iemand die je bewondert, of iemand waar je je aan ergert drager is van verstoten stukken in jou. Het zijn delen die wel in je bus aanwezig zijn, maar eerder achteraan zitten, te weinig ontwikkeld zijn. We willen proberen deze stukken wat meer naar voor te krijgen.
In het geval van Isabel kijkt haar Puntjes-op-de-i met verbazing naar Karel, ze kan van daaruit gewoon niet begrijpen dat iemand zo kan zijn. Ze voelt wel dat ze iets meer zou kunnen gebruiken van wat Karel doet, maar ‘natuurlijk niet zoals hij dat doet’.
Via ergernis of bewondering kom je heel makkelijk op het spoor van een primaire subpersoon in de cliënt. Isabel ergert zich aan Linda. Als begeleider vraag ik me dan af: wie in Isabel ergert zich aan het gedrag van Linda? Een bijkomende vraag is dan: welk deel van Linda zou in een homeopathische dosis handig kunnen zijn voor Isabel? Dat zijn zaken die ik later met haar wil gaan uitzoeken.