Joris Brenninkmeijer is coach, psycholoog en was – al blijft hij daar heel bescheiden onder – ooit bijna grootmeester in het schaken. Zijn boek De Tijdgids is een zeer onderhoudend én fascinerend boek dat je een frisse blik op de tijd verschaft. Je leert oog te hebben voor de rol van tijd in coachingsgesprekken, maar zeker ook daarbuiten, want tijd werkt overal door.
Bij het ontstaan van dit boek speelde – u gelooft het of niet – een gebrek aan tijd een rol. Joris begon zich in het ongrijpbare fenomeen te verdiepen en stuitte op een schat aan informatie: “Tijd is overal aanwezig en tegelijkertijd zo mysterieus en ongrijpbaar. Het onderwerp is me gaan fascineren.”
Ik heb je boek met vreselijk veel plezier gelezen en begon zelf ook heel anders tegen de (en mijn!) tijd aan te kijken. Was het schrijven voor jou net zo’n plezierige bezigheid als het lezen voor mij?
‘Zeker. Ik heb het met heel veel plezier geschreven. Het grappige is dat het bij toeval is ontstaan. Ik was gevraagd om voor het Tijdschrift voor Coaching iets te schrijven over tijd. Dit kreeg ik niet van de grond dus ik belde de redacteur en zei: “Ik heb eigenlijk niet zoveel tijd, haha.” De redacteur hield echter vriendelijk vast aan onze afspraak en toen ik toch begon met schrijven greep het thema me helemaal. Ik ontdekte hoe ongelooflijk veel facetten tijd heeft: tijdens een coachingsgesprek, maar ook daarbuiten natuurlijk. Het is een mysterieus en ongrijpbaar fenomeen, maar tegelijkertijd ook weer heel praktisch. Je kunt als coach met allerlei concrete tijdsaspecten heel concreet aan de slag in het gesprek. Bijvoorbeeld tempo, tijdsverloop of timing, om er enkele te noemen. Ik ben er een jaar lang heel intensief mee bezig geweest om dat uit te zoeken en dat heeft geresulteerd in dit boek.’
‘Overal zijn klokken, maar nergens is tijd’
Het woord ‘’tijd” komt heel veel in vaste Nederlandse uitdrukkingen voor, zo constateer je ook in je boek. ‘Komt tijd, komt raad’, ‘Tijd is geld’, ‘Met de tijd meegaan’. Opvallend eigenlijk…
‘Ja hè, de Nederlandse taal is vergeven van de uitdrukkingen met tijd. Dat geeft aan hoe een grote rol tijd speelt en tegelijkertijd hoe onzichtbaar het ook weer is.’
Je haalt in je boek regelmatig dichters aan, filosofen, kunstenaars. Die bruggetjes zijn heel erg onderhoudend. Zelf heb je een groot zwak voor kunstenaar Maarten Baas, bij uitstek iemand die tijd als belangrijk thema in zijn werk heeft. Wat fascineert je zo aan hem?
‘Maarten Baas geeft het fenomeen tijd heel mooi weer in zijn serie Real Time. In zijn klokken zitten de mensen letterlijk gevangen, terwijl ze, minuut na minuut, de wijzer zelf voortduwen. Ze worden geregeerd door de klok, maar geven de tijd óók zelf vorm. Dat levert een interessante vraag op: hoeveel speelruimte is er binnen de gevestigde orde?
Je schrijft in je boek over onze huidige speedbootmaatschappij, of, zoals je het ook formuleert: “overal zijn klokken, maar nergens is tijd”. Wat vind je van die gejaagdheid waar we in onze maatschappij momenteel bijna en masse aan lijken te zijn onderworpen?
‘Ik zit er vermoedelijk iets activistischer in dan uit mijn boek blijkt. Als coach vind ik het heel mooi om letterlijk een plek te kunnen bieden aan mensen om even te vertragen, maar goed beschouwd zijn we idioot bezig met elkaar; we zitten gevangen in een systeem en worden op allerlei manieren gestimuleerd om te blijven rennen. Ik denk dat dit geen goede weg is.
Daarnaast zijn we collectief voorzichtig tot de conclusie aan het komen dat deze manier van leven eindig is. We plegen roofbouw op ons land én op onszelf. We zitten allemaal verkleefd in het systeem van meer, sneller en beter. Deze versnellingsmaatschappij is heel lastig om aan te ontsnappen. Een belangrijk deel van mijn werk is dan ook om mensen hier even stil bij te laten staan: “Het moet anders”.’
Zijn mensen niet zelf ook een beetje schuldig aan hun gebrek aan tijd? Velen plempen hun agenda’s vol met werk en afspraken en hun telefoon vol met sociale media. Natuurlijk houd je dan geen seconde voor jezelf over…
‘Tja, soms is het inderdaad gewoonte of gemakzucht en vinden mensen het lastig om de pauzeknop even in te drukken als het tempo standaard hoog ligt. Aan de andere kant heb ik ook leidinggevenden gecoacht die daadwerkelijk zes à zeven overleggen op een dag hadden staan. Die voelden zich letterlijk gevangen in de drukte. En dat waren geen afspraken die ze zomaar even konden afzeggen.’
Maar dan kun je ook zeggen: zoek een rustiger baan, neem genoegen met wat minder, toch?
‘Ja, maar niet iedereen kan zich dat financieel veroorloven. En mensen kunnen bijvoorbeeld ook een heel dienstbare houding hebben of het moeilijk vinden om autonome beslissingen te nemen. Dan blijf je daar ook in die andere baan tegenaan lopen.’
Je beschrijft in je boek ook het fenomeen ‘ad-interim leven’: het idee dat je steeds een ‘straks’ voor ogen hebt waarna alles beter wordt. ‘Als ik déze klus af heb, dan ga ik genieten… of als dit gelukt is, heb ik eindelijk tijd voor mijzelf’. Heb je hier zelf ook weleens last van gehad?
‘Ja natuurlijk, ook ik heb vaak teveel onderhanden en ervaar een gebrek aan tijd. Op dit moment speelt er veel rondom de presentatie en promotie van het boek. Dat is een drukke tijd en dan is de verleiding groot om te denken: ‘straks wordt het rustig, straks komt er weer wat meer lucht…De kunst, noem het levenskunst, is natuurlijk om niet steeds bezig te zijn met straks, maar plezier te beleven aan wat zich hier-en-nu voordoet. Daar probeer ik steeds weer iets beter in te worden. Dat is levenslang leren.
Ik herinner me een voorbeeld uit mijn schaakverleden. Toen ik een jaar of vijftien was mocht ik meedoen aan een wereldkampioenschap in Israël, in de buurt van Tel Aviv. Jongeren uit de hele wereld deden mee, dat was echt een bijzondere ervaring én een indrukwekkend land. Toen ik terugkwam zei ik tegen mijn moeder, die me daar af en toe nog fijntjes aan herinnert: ‘Ik moet nog wel meer leren genieten van het moment’. Blijkbaar was ik tijdens de reis toch vooral bezig geweest met alle praktische zaken terwijl het eigenlijk zo bijzonder is dat je zoiets mag meemaken. Dus dat probeer ik mijn coachees ook mee te geven: zoek in de drukte van de dag tijd om even stil te staan en bewust aandacht te geven aan het moment. Dat je op het moment zelf echt kunt voelen.’
‘Als coach ben je als een jazzmuzikant met excellente timing’
En wat is die levenskunst dan precies?
‘Levenskunst is het omgaan met de tijd door de tijd te leiden en je door de tijd te laten leiden, zoals voormalig Denker des Vaderlands Paul van Tongeren het mooi heeft omschreven. Tegelijkertijd vertrouwen te hebben in het hier en nu én de realiteit onder ogen te zien. Je te haasten en innerlijk rustig te blijven. De ervaring van een gesprek met een coach kan hiervoor al heilzaam zijn; dit biedt tenslotte vertraging. Het kan ongemakkelijk zijn, maar soms moet je mensen bewustmaken van een andere kant van zichzelf, die ze meer ruimte mogen geven. Neem de verantwoordelijke “pusher”. Die zou je wat meer kunnen leren spelen in plaats van dat het altijd gaat om ambitie en resultaat. Of mensen die altijd heel dienstbaar zijn t.a.v. anderen en die de kant van zelfzorg weleens mogen onderzoeken.’
De kunst is dus de twee kanten van jezelf aandacht te geven?
‘De kunst is balanceren en dat zijn we voortdurend aan het doen, maar vaak staan we uit het lood. Om je hier bewust van te zijn en steeds weer de balans te zoeken, dat is levenskunst.’
Over kunst gesproken, je hebt ook een prachtig gedicht van Remco Campert in je boek verwerkt. Het verhaal erachter vertel je ook. Ik zal het niet verklappen, maar het ontroerde me erg.
‘Ja, zo’n zin van Remco Campert: ‘de tijd duurt één mens lang’, mooi is die hè? Kunst is belangrijk voor me; het raakt en inspireert mij. En het zijn bronnen waar juíst het leven in zit. En Campert die zo lang in zijn leven niet schrijft wat eigenlijk geschreven moet worden en door een ontmoeting en een gesprek met een ander ineens voelt: ik moet dit nu doen! Voor mij geeft dit ook de schoonheid van coaching weer. Het zijn eigenlijk heel korte gesprekken ([lachend:] nou ja, voor een huisarts zijn ze lang!), maar ze zetten niet zelden betekenisvolle stappen in gang.’
In je boek beschrijf je ook de mooie term ‘tijdlandschap’ aan de hand van de reis die je maakte met je twee bijna volwassen zoons. Een reis die je 25 jaar eerder met je vader en broer maakte.
‘Klopt, tijdlandschap is een term die goed weergeeft hoe meervoudig tijd eigenlijk is. Ik illustreer dat aan de hand van de facetten van tijd die er tijdens zo’n reis allemaal spelen: het was een wandeltocht waarbij de wekker elke dag om 5.30 afging en we om 21.00 uur naar bed gingen. Tegelijkertijd was het een confrontatie met mijn ouder worden: hoe soepel loop je 25 jaar later nog? De tijd was ook aanwezig in de foto’s van toen en nu: de afgenomen hoeveelheid sneeuw, de slinkende gletsjers. En tijd speelde ook in de zin dat onze zonen op de drempel van volwassenheid staan: een kantelpunt in de geschiedenis van ons gezin.’
Je hebt het in je boek ook over kwetsbaarheid. De tijd maakt ons kwetsbare wezens, omdat we tijdelijk zijn. Het houdt een keertje op. Ben je daar zelf heel bewust mee bezig bij het indelen van je eigen tijd?
‘Ach, dat diepe gevoel van de verstrijkende tijd kennen we allemaal wel, denk ik. Ik ben de laatste tijd wel erg bewust bezig met de tijdelijkheid van het bestaan, maar dat heeft ook met mijn leeftijd te maken denk ik. Ik ben de vijftig gepasseerd… hoewel ik de gevoeligheid voor het feit dat dingen voorbijgaan, eigenlijk altijd wel heb gehad. Ik probeer de laatste tijd bewust om zaken minder op wilskracht te doen. Niet te haasten, maar te wachten tot het juiste moment. Een manier van leven die de gebeurtenissen volgt in plaats van ze af te dwingen.’
Een beetje zoals een van de filosofen in je boek adviseert dus?
‘Ja, de Franse filosoof Henri-Louis Bergson meende dat het allerbelangrijkst is om los te komen van de dwang van de klok. Het grootste euvel van de kloktijd is, zo meende hij, dat het de tijd maakt tot een ding buiten onszelf. Het gevolg van het feit dat we ons te veel op de kloktijd zijn gaan richten, is dat we ‘zelden in vrijheid handelen. Meestal leven we buiten onszelf.’
In je boek beschrijf je ook de verschillende ‘tijdwijzers’ zoals je ze noemt: tijdsverloop, tijdshorizon, tempo, gelijktijdigheid en timing. “Als coach ben je als een jazzmuzikant met excellente timing” staat ergens. Ik geloof direct dat timing cruciaal is in zo’n gesprek. Heb je zelf weleens de plank compleet misgeslagen, qua timing?
‘Nou dat gebeurt wel meer dan eens, hoor. Laatst stelde ik een coachee voor een oefening te doen met iets wat ze had ingebracht. Ik zag aan haar aarzeling dat mijn voorstel niet aansloeg en eerlijk gezegd veel te vroeg kwam. Dat was weer zo’n moment dat je merkt dat je als coach gemakkelijk te snel en oplossingsgericht bent. Als je niet oppast kun je zo de verbinding kwijtraken.
Over timing valt nog veel interessants te ontdekken. In coaching is heel vaak niet duidelijk wat het juiste moment is om iets in te brengen. Je merkt soms pas of iets werkt, als je het probeert en dan scherp let op hoe je suggestie, vraag of feedback landt bij de ander. Goed timen in coaching gaat over het ontwikkelen van een dunne huid, het ontwikkelen van een oog voor kleine, verbale en non-verbale signalen bij de ander. Daar op afstemmen en dan doorgaan: dat is voor mij excellente timing in coaching.’
Ergens schrijf je: Als we nog scherper kijken, zien we dat onze manier van omgaan met de tijd weerspiegelt wie we ten diepste zijn. Kun je dat toelichten?
‘Daar bedoel ik mee dat de manier waarop we onze tijd ervaren en ermee omgaan, een spiegel is van onze eigenschappen en eigenaardigheden. Structureel te weinig tijd ervaren laat je zien dat je heel veel, misschien teveel wilt, dat je ongeduldig bent of voor van alles en nog wat enthousiast. Een gesprek uit laten lopen met een coachee laat je zien: je bent misschien wel te betrokken geraakt bij de ander. De tijd die voortkabbelt omdat je het gesprek maar zo’n beetje laten gebeuren of taai verloopt omdat je ieder uur krampachtig in de hand probeert te houden. Als mens ben je een vat vol tegenstellingen, dat laat de tijd je zien.’
Heb je tot slot nog een soort gouden tip voor coaches als we het hebben over het thema tijd?
‘Er is heel erg weinig over tijd gepubliceerd dus er valt nog veel te ontdekken. Ik zou willen zeggen: ga tijd zien! En ga kijken door het venster van tijd. Zodra je dat doet, zul je hele waardevolle en inspirerende dingen gaan zien, ook als begeleider. Heb oog voor de tijd als onzichtbare dimensie in ons werk.
Als je zo kijkt, kijk je anders, met frisse ogen naar je eigen coachingspraktijk. Laatst kwam iemand bij mij met een bepaalde vraag. Er was een reorganisatie geweest, het team liep niet lekker, ze zat zelf niet lekker in haar vel. Als je door de bril van tijd kijkt, zie je haarscherp dat je dan twee kanten op kan: vooruitblikken (toekomstgericht kijken) of terugblikken. Soms moet je eerst iets verwerken voordat je verder kunt. Dat heb ik toen ook voorgelegd aan de coachee.
Tijd biedt je allerlei mogelijkheden en het leuke is dat je daarvoor alleen maar aandachtig hoeft stil te staan en anders te kijken. Ik hoop dat het boek bijdraagt aan die perspectiefwisseling.’
Tekst: Hedda Treffers
Bron: Coachlink Magazine #20 ‘Tijd’