Een prettig contact dat nog in de vorige eeuw ontstond, mondde jaren later uit in een bundeling van kennis en kunde met als resultaat twee ijzersterke boeken. Trainers Hedi van Alphen en Jacqui Halmans, beiden jarenlang actief in het veld van training en coaching, schreven een doeboek én een begeleidersboek voor persoonlijke groei waarbij breinleren en Transactionele Analyse centraal staan. ‘Doe dit boek’ is een feest om te doen en te lezen, zowel voor coach als coachee.
Jullie hebben de afgelopen jaren samen twee bijzondere boeken ‘ter wereld gebracht’ die zowel hulp bieden bij persoonlijke groei als de creativiteit stimuleren. Hoe is dit project tot stand gekomen?
Jacqui: ‘We kennen elkaar al sinds 1999. We werkten toen als trainers en coaches bij een groot trainingsbureau en zagen elkaar soms ook buiten het werk. Een jaar of drie geleden kwamen we elkaar weer tegen. Hedi had zich ondertussen gespecialiseerd in breinleren en ze had met een doeboek net een master in veranderleiderschap afgerond. Ik was al jaren actief op het terrein van Transactionele Analyse (TA). In onze kennis en kunde bleken we super complementair.’
En toen?
Jacqui [lachend]: ‘Toen heb ik Hedi een aanzoek gedaan.’
Hedi: ‘En ik zei ja! Ik dacht meteen: met haar durf ik zo’n project aan. En vervolgens zijn we op onze manier begonnen: er eerst goed over nadenken en héél veel praten en overleggen tijdens lange wandelingen over de Utrechtse grachten. Na een half jaar hadden we een gedegen voorstel op papier en konden we een uitgever benaderen. Jacqui had al eerder een boek uitgebracht, dus die had dit pad al een keer bewandeld.’
Jacqui: ‘Klopt, ik schreef eerder al Coachen met lef.’
Jullie expertise is complementair, zoals je net al zei. Wat was jouw belangrijkste aandeel Jacqui?
Jacqui: ‘Mijn kennis en kunde zit op het gebied van de psychologische stroming Transactionele Analyse (TA). Daar ging mijn vorige boek overigens ook over. Door TA krijg je meer inzicht in je gedrag en hoe je met anderen omgaat. Als je met TA werkt dan begeleid je de ander in het verkrijgen van steeds meer autonomie. Autonomie betekent dat je in contact met anderen de ruimte durft te nemen om die dingen te doen, te denken en te voelen die je helpen stappen te zetten om je doelen te bereiken. Je wordt een completer mens en maakt gebruik van alles wat je in je hebt.’
Hedi, jij bent expert op het gebied van ‘breinleren’?
Hedi: ‘Klopt. Bij breinleren kijk je naar leren en ontwikkelen vanuit de neurowetenschappen. En dat is een mooie aanvulling op de blik vanuit de sociologie en de psychologie. Wat gebeurt er eigenlijk in je brein als je aan het leren bent? En hoe maak je daar zo goed mogelijk gebruik van? Als je leert, maak je neurale netwerken aan of je versterkt ze.
Veel netwerken zijn er omdat je (onbewust) leeft volgens de patronen die je in de loop van je leven aanleert en waaraan je gewend raakt. Ze geven je een gevoel van zekerheid en veiligheid. Die netwerken kun je zien als stevige snelwegen. Nieuwe paden bewandelen is dan een uitdaging. De kracht van onze methode zit in creatieve, afwisselende opdrachten gebaseerd op breinleren waarmee we de drempel verlagen om uitdagingen aan te gaan. Zo leer je op een speelse manier jezelf iets nieuws aan, waardoor je een completer en autonoom mens kunt worden.’
Er is een doeboek, maar ook een begeleidersboek. Moet je als coach per se van TA en breinleren afweten om met jullie methode aan de slag te gaan?
Hedi: ‘Nee hoor, helemaal niet. Iedere coach met een gedegen achtergrond kan met onze boeken aan de slag. Alles over TA en over breinleren leggen we uit voor begeleiders die er nog niet bekend mee zijn, dus in dat opzicht is er geen enkele belemmering. Zolang je maar thuis bent in je vakgebied.’
Een levendige methode
Jullie gebruiken heel aansprekende opdrachten in het doeboek. Zo mag je een ‘museum van successen’ maken, een ‘complimentenmand’ vullen en je ‘excuustruus‘ inkleuren. Ze maken het boek zeer levendig. Hebben jullie deze termen zelf verzonnen of komen die uit al bestaande methodes?
Jacqui: ‘De titels hebben we zelf gekozen met als belangrijkste criteria aansprekend en prikkelend. De termen die we in het doeboek gebruiken zoals bijvoorbeeld strooks, script, ouderboodschappen, dopamine, spiegelneuronen en neocortex komen uit de theorieën die we gebruiken. We willen deelnemers en coachees ook hierin meenemen.’
Dankzij jullie opdracht ‘de complimentenmand’ geef ik mijzelf nu meer schouderklopjes en de opdracht ‘mijn kledingkast’ deed me beseffen dat kleding in het gezin waar ik in opgroeide van ondergeschikt belang was. Krijgen jullie veel van dit soort reacties op het doeboek?
Jacqui: ‘Sinds kort verzorgen we inspiratieworkshops voor trainers en coaches die Doe dit boek willen inzetten in hun begeleidingstrajecten. Als voorbereiding maken de deelnemers zelf een aantal opdrachten. Op ‘Mijn kledingkast’ hebben we superleuke reacties gekregen. Een deelnemer ontdekte dat ze – in deze tijden van thuiswerken – haar mantelpak geen seconde gemist heeft en dat dit uniform helemaal niet bij haar paste.’
Hedi: ‘Een andere deelnemer realiseerde zich dat ze haar hele jeugd rode kleding had moeten dragen en wat voor een impact dat op haar had gehad’.
Jullie schrijven over ‘strooks’, een term uit de TA. Kun je dit toelichten?
Jacqui: ‘Wat leuk dat je juist naar dit concept uit de TA vraagt. Strooks zijn namelijk heel belangrijk om ons goed te kunnen ontwikkelen. Iedereen heeft strooks nodig. Een strook is een eenheid van aandacht, erkenning, voor wie je bent of wat je doet. Wij mensen zijn altijd bezig om gezien, gehoord en erkend te worden. Van positieve strooks groeien we het meest. Hierdoor ontwikkelen we zelfvertrouwen en voelen we ons zeker. Als we positieve strooks krijgen, dan maken we goede stoffen aan: het hormoon oxytocine bijvoorbeeld. Maar ook negatieve strooks zijn zinvol, want daar leer je van en daardoor ontwikkel je je weer. In het doeboek zit een aantal opdrachten waarmee je strooks verzamelt en uitdeelt en waardoor je ervaart hoe je met strooks omgaat.
Hedi: ‘We stroken trouwens zelf ook veel in het doeboek, met teksten als “je mag het op jouw manier doen” of “je bent goed op weg”. We dagen de lezer ook vaak uit: strook jezelf.’
Aan het einde van het doeboek kun je als lezer gaan ‘borgen’. Kunnen jullie dat toelichten?
Hedi: ‘Borgen houdt in dat alles wat je doet vanzelfsprekend wordt. We hadden het net over het versterken en maken van neurale netwerken bij het aanleren van nieuw gedrag. Je moet vaak over deze ‘paadjes’ heen lopen om het nieuwe gedrag te laten inslijten. Herhaling is hierbij dus belangrijk. Het duurt vaak zes weken voordat het geleerde stevig op de goede plek in het brein zit. Daarbij helpt het om nieuw gedrag te koppelen aan al bestaand gedrag. Zoals in ons boek ook staat: als je je meer wilt ontspannen en toch al elke week naar de sportschool gaat, kun je daar ook een bezoek aan de sauna aan vastkoppelen. Zo help je je brein om iets sneller te leren, want een deel van het paadje is er dan al.’
Is het eigenlijk niet lastig, een boek samen schrijven, of twee zelfs?
Hedi: ‘Nee hoor, we vullen elkaar goed aan, qua kennis, maar ook qua persoonlijkheid. Waar Jacqui altijd wat harder door wilde, remde ik dan weer wat af. En waar ik de neiging had om het te precies te willen doen, bracht Jacqui de vaart er weer in. Maar vooral inhoudelijk was het heel prettig. Ik denk wat meer buiten de gebaande paden en Jacqui kan heel goed verdiepende vragen stellen. Daarnaast hadden we een pilotgroep met mensen van binnen én buiten het vakgebied. Van hen kregen we elke tien dagen feedback op een hoofdstuk uit het doeboek. Zo hadden we een fantastische stok achter de deur bij het schrijven.’
Wat ik zelf heel fijn vond bij het doen van alle opdrachten in het doeboek, was puur het feit dat je dingen zwart op wit zet. Zaken over je jeugd, over je missers, wat je graag zou willen bereiken. Sommige dingen weet je heus wel diep van binnen, maar door het op te schrijven (of te tekenen!) concretiseer je het, waardoor je er wel mee aan de slag moet. Krijgen jullie mooie reacties op de boeken?
Jacqui: ‘Zeker! Wij vinden het bijvoorbeeld erg leuk om te horen dat Doe dit boek zo goed werkt in deze tijd van Corona. Het helpt om op een speelse manier eens stil te staan bij hoe het gaat en wat verlangens zijn. We horen dat coaches en trainers hun coachees en deelnemers de opdrachten zelfstandig in eigen tijd en tempo laten maken. De contactmomenten zijn vooral online en zorgen voor extra reflectie en verdieping. Het doeboek wordt bijvoorbeeld ingezet binnen een traineeship van een grote gemeente, maar ook als inspiratie voor medewerkers van een grote hotelketen!’
Hedi: En verder krijgen we regelmatig foto’s van coachees en deelnemers van de cocktails die ze maken bij de opdracht ‘Cuba libre’ en van ‘Happy-collages’ en familiewapens. Ook ervaren we dat vooral de opdrachten die je samen met anderen kunt doen, veel losmaken. Door in gesprek te gaan met bijvoorbeeld een ouder, broer of zus of goede vriend ontstaan er heel veel haakjes om op door te gaan.
Is er nog iets wat jullie zelf graag kwijt willen over jullie methode?
Hedi: ‘Ja, het boek komt pas goed tot zijn recht als je het ziet als meer dan een werkvormenboek. Het is een methode waarin zowel jezelf leren kennen, je richting bepalen en in actie komen geïntegreerd zijn. Je start met een nulmeting en je bepaalt je doel. De grote plus is dat je daarna de opdrachten kris kras door elkaar kunt doen wanneer en hoe je maar wilt. Je kunt zelf bepalen welke opdrachten op welk moment bij je passen. De slimme reflectietools, helpen je steeds weer om verbanden te leggen zodat na een tijdje het complete plaatje ontstaat. Door alle creatieve en speelse vormen ben je actief aan het leren. Je bent dus niet – zoals vaak het geval is bij zelfhulpboeken – passief aan het lezen. Door de diversiteit van de opdrachten is er aandacht voor alle zintuigen, eigen emoties, eigen beleving en eigen acties.’
Jacqui: ‘Helemaal mee eens! En het begeleidersboek helpt de begeleider om op een speelse en verdiepende manier je deelnemer of coachee te begeleiden. Als begeleider kun je de ander volgen in de opdrachten die hij wil doen. Je kunt ook af en toe gidsen door bepaalde opdrachten aan te bevelen. We beschrijven uitgebreid alle opdrachten en geven extra informatie over TA en breinleren.’
Het thema van dit magazine is ‘vitaliteit’. Wat houdt jullie eigenlijk vitaal?
Hedi: ‘Mijn elfjarige zoon houdt mij jong en vitaal. Zijn creatieve, vrije blik op de wereld vind ik inspirerend. Dat houdt mij fris van geest.’
Jacqui: ‘Tijdens het schrijven van deze boeken heb ik ervaren hoeveel levenslust er bij mij vrij komt bij creëren en nieuwe dingen ontdekken. Ik word daar erg vrolijk van. En zeker als ik dit samen met anderen mag doen. Ik mis het schrijfproces ook echt.’
Zijn jullie na verschijnen van de boeken nog in een zwart gat gevallen?
Hedi: ‘Nee, zeker niet. Sterker nog, we zijn nu druk bezig de boeken bekendheid te geven. We geven online workshops, schrijven artikelen en gaan de boer op met onze boeken, zodat zo veel mogelijk mensen en organisaties kennis kunnen maken met deze methode. Genoeg te doen dus.
Jacqui: We hebben bovendien door het maken van de boeken zoveel weer geleerd over onszelf en van elkaar, daar kunnen we nog lang op teren. En dat houdt ons vitaal. [lachend] We leven nu vast een paar jaar langer.’
Tekst: Hedda Treffers. Bron: Coachlink Magazine #15, Vitaal, mei 2021
Foto: Nadine Maas