Hoogleraar neuropsychologie Margriet Sitskoorn laat in haar boek IK2 – De beste versie van jezelf op een inspirerende manier zien hoe iemand het volledige potentieel uit zichzelf kan halen. In dit artikel lees je meer over de prefrontale hersenschors. Dat gedrag heel voorspelbaar is en welke vaardigheden je kunt ontwikkelen om succesvol te zijn en het heft in eigen handen te nemen.
Speciaal voor NOBCO-coaches
-
Wist je dat je als lid van de NOBCO toegang hebt tot de Boom Coaching Collectie? Hier vind je bijna 300 coachingsboeken die je online kunt lezen. Door gebruik te maken van de Boom Coaching Collectie kun je jezelf verder ontwikkelen en je coachees nog beter begeleiden. Log dus hier snel in!
Marionet binnen een minuut
Ga in een deurpost staan. Span je spieren en duw zo hard als je kunt met de rug van beide handen tegen een kant van de deurpost aan alsof je de deurposten wilt wegduwen. Tel langzaam tot 30. Ontspan je spieren en doe meteen een stap naar voren om te ervaren wat er gebeurt. Je zult verbaasd zijn.
Als je niet zo snel een deurpost bij de hand hebt, kun je deze opdracht ook doen door één hand tegen een muur te drukken.
Als het goed is, heb je bij dit inzicht ervaren dat je armen zonder dat je nog iets deed, omhooggingen, alsof iemand ze als een poppenspeler door aan touwtjes te trekken omhoogtrok. Waarom dit gebeurt, is simpel uit te leggen. Toen je in de deuropening stond, heb je stevig met je handen tegen de deurposten aangeduwd en hierdoor je spieren min of meer op eenzelfde manier aangespannen, zoals je zou doen als je je armen optilt. Echter, de deurpost hield je armen tegen dus ze konden ondanks die kracht nergens naar toe. Op het moment dat je naar voren stapt, zijn je spieren nog steeds aangespannen, ook al probeer je ze te ontspannen, maar worden je armen niet langer meer tegengehouden en gaan ze alsnog omhoog.
Je snapt dat deze taak, die ik in het boek How to really fool yourself van Vicki Cobb las, een metafoor is voor het feit dat je niet altijd zelf bepaalt wat je doet, maar dat dat meestal bepaald wordt door allerlei krachten waar je geen zicht op hebt en geen controle over lijkt te hebben.
Mechanismen
Frontaal-patiënten
We weten ontzettend veel maar nog niet alles over executieve vaardigheden en de prefrontale hersenschors. In eerste instantie werd kennis vooral verkregen door patiënten met een beschadiging aan de prefrontale hersenschors te bestuderen.
Talloze onderzoeken laten zien dat deze patiënten moeite hebben met het onderdrukken van impulsen en dat ze, wat daar natuurlijk mee samenhangt, sociaal onwenselijk gedrag vertonen. Deze ‘frontaal-patiënten’ laten hun gedrag en emoties vooral leiden door de interne en externe prikkels van het moment, wat vaak leidt tot gedrag dat kortetermijnverlangens bevredigt maar dat hen op langere termijn, of anders op korte én langere termijn, schade toebrengt. Ze vinden het moeilijk om hun aandacht op iets te richten en vast te houden voor zolang als het nodig is. Andere patiënten kunnen, als hun aandacht eenmaal door iets getrokken is, deze niet meer losmaken en vertonen daardoor heel infl exibel gedrag. Grofweg gezegd kun je, zoals Elkhonon Goldberg het in zijn boek The new executive brain beschrijft, de stoornissen die resulteren na beschadiging van de (pre) frontale hersenschors indelen in twee groepen: perseveratief en veldafhankelijk gedrag.
1 Perseveratief gedrag
Onder perseveratie verstaan we dat je niet meer vloeiend of zelfs helemaal niet meer kunt switchen van de ene activiteit naar de andere, ook al vraagt de nieuwe situatie daarom. Bij deze stoornis zie je dat patiënten vasthouden aan gedrag dat bij een vorige taak wenselijk was, maar nu niet meer. Ze blijven bijvoorbeeld op een vel met allemaal p’s, b’s en q’s erop (pbqpppqqbqpbqqpbbpq enzovoort) de p doorstrepen omdat ze dat bij aanvang moesten doen, terwijl de proefleider nu vraagt om de b door te strepen. Of ze vervolgen het patroon (zie afbeelding) alleen met de driehoek, omdat ze daarmee nu eenmaal begonnen zijn en niet meer tussen de beide patronen kunnen switchen of afwisselen waarom gevraagd is.
Probeer zelf het onderstaande patroon na te tekenen zonder je pen van het papier te halen.
Bij patiënten lijkt perseveratie vooral op te treden na een beschadiging van de linker frontale hersenschors maar in zekere zin lijken we allemaal wel wat aan perseveratie te lijden. Je persevereert bijvoorbeeld als je tegen je partner blijft schreeuwen (perseveratie van gedrag) en in woede blijft hangen (perseveratie van emotie), terwijl hij of zij allang oprecht zijn of haar excuses heeft aangeboden voor iets wat als ‘dom’ omschreven kan worden. Of we persevereren als we iemand blijven beoordelen op zoals hij of zij vroeger was, bijvoorbeeld opvliegend, terwijl hij of zij over de jaren heen echt veranderd is.
2 Veldafhankelijk gedrag
Onder veldafhankelijk gedrag verstaan we dat iemand een opdracht of doel niet goed kan uitvoeren of behalen omdat hij/zij steeds erg afgeleid wordt door alles wat er in de omgeving gebeurt. Veldafhankelijk gedrag bij patiënten lijkt met name voor te komen na een beschadiging van de rechter frontale hersenschors. Patiënten met veldafhankelijk gedrag laten hun gedrag dus niet leiden door interne motivatie maar door externe stimuli en kunnen daardoor hun doelen niet bereiken.
Mijn patiënten die deze stoornis hadden, dronken bijvoorbeeld uit mijn theekopje of begonnen in een boek te lezen dat op mijn bureau lag. Gewoon omdat zij het kopje of het boek zagen en dat associëren met drinken en lezen.
De mogelijkheid die de relatie tussen een object (kopje) en een subject (arm en mond) oproept, noemen we een aff ordance (drinken), een term die James Gibson in de jaren zeventig van de vorige eeuw introduceerde. Het gedrag dat een aff ordance bij deze patiënten oproept, noemen we utilization behaviour, naar het voorbeeld van de Franse neuroloog François Lhermitte. Utilization behaviour komt ook vaak voor bij mensen zonder een beschadiging in de prefrontale hersenschors, maar wordt niet als zodanig herkend en ook niet als pathologisch beschouwd. Het kopen van spullen en voedsel wanneer je door de stad loopt, terwijl je niks nodig hebt en geen honger voelt voordat je van alles zag, of je steeds laten leiden door van alles wat er in huis nog gedaan moet worden, zoals de was, de planten en de vaat, in plaats van die dingen te doen die je echt moet doen, zoals belastingpapieren invullen of die presentatie maken, zijn alledaagse voorbeelden van een soort utilization behaviour. Je begrijpt dat ik hier uit ervaring spreek. Je doet dit alles, simpelweg omdat de prikkels er zijn, in het oog is in het hart (of liever gezegd in de hersenen) en niet omdat je het van plan was.
Imiteren
Er zijn ook veldafhankelijke patiënten die steeds het gedrag van de mensen om hen heen imiteren. Als andere mensen bijvoorbeeld aan hun wang krabben, doen zij dat ook. Wordt er door anderen gelachen, dan lachen ze mee. We noemen dit imitatiegedrag echopraxia. Ook dit is iets waar we allemaal in zekere zin aan lijden. Ik krab soms expres aan mijn wang als ik een lezing geef over gedragsbeïnvloeding en zie dan menigeen plots ook aan zijn of haar wang krabben. Er zijn talloze dagelijkse redelijk onschuldige voorbeelden te bedenken van echopraxia, zoals het kopen van een broek met wijde of juist heel smalle pijpen, of je baard laten staan puur omdat het mode is, dikke lippen willen hebben omdat de rich and famous ze hebben, te hard rijden omdat iedereen het doet, of uitsluitend een Nespresso willen drinken of merkkleding willen dragen omdat … tja, vul zelf maar in. Er zijn echter ook wat kwalijkere voorbeelden van echopraxia te bedenken, zoals het meedoen aan pestgedrag op school of op het werk, omdat iemand er nou eenmaal mee begonnen is, of als een kuddedier achter een haatzaaiende leider aanlopen.
Het kan ook voorkomen dat veldafhankelijke frontaal-patiënten letterlijk alles wat een ander zegt herhalen. Je vraagt bijvoorbeeld: ‘Wat is je naam?’, waarop het antwoord keer op keer zal zijn: ‘Wat is je naam?’ Dit papegaaigedrag noemen we echolalia. Het naroepen van oneliners van internet of uit de krant, of het doorvertellen en forwarden van roddels zonder na te gaan of de informatie wel klopt, is een aardig voorbeeld van echolalia uit de dagelijkse praktijk.
Hoewel de dagelijkse vormen van perseveratie, echopraxia, echolalia en utilization behaviour natuurlijk niet pathologisch zijn, kunnen ze wel bijdragen aan de redenen waarom je niet datgene doet wat je gezien de omschrijving van je doelen echt zegt te willen doen. In sommige situaties is het natuurlijk handig om direct op externe prikkels of stimuli te kunnen reageren. Als het in je huis lekt, is het goed meteen de nodige maatregelen te treff en en bij het oversteken van een drukke weg pas je je gedrag ook het beste direct aan de omstandigheden aan. Echter, door alle verleiding en voortdurende informatie-overload zou je knettergek worden en snel sterven als je altijd direct op alle externe prikkels zou reageren en niet het vermogen zou hebben om ondanks alle afl eiding een intern plan te blijven volgen en alleen maar in te gaan op informatie die zinvol voor je is.
Succesvolle mensen onderscheiden zich van niet-succesvolle mensen, doordat de eerste groep het vermogen heeft te kiezen om wel of niet op bepaalde prikkels in te gaan, terwijl de andere groep simpelweg op de externe prikkels ingaat en ermee doorgaat zonder eraan te kunnen ontsnappen – net zoals patiënten met veld afhankelijk en perseveratief gedrag. Nu kan de persoon dit zelf misschien nog wel ervaren als vrije wil, maar laten we het erover eens zijn dat dit soort gedrag op zijn minst iemands gedragsmogelijkheden beperkt en daarmee het vormen van zijn of haar eigen heden en toekomst en dat voor degenen om hem of haar heen.
Bron: Dit artikel is een bewerking van hoofdstuk 4 uit IK2 – De beste versie van jezelf van Margriet Sitskoorn |