We gaan nu proberen een beeld te krijgen van de verschillende benaderingen en scherp te benoemen waarin ze verschillen. Daartoe gaan we op pad met een coachee, Marieke, op haar tocht langs een viertal vragenstellers. We luisteren mee bij korte stukjes van het gesprek dat zij met elk van hen heeft. En we bespreken de werking die hun vragen hebben, zowel wat betreft de kwaliteit ervan, als mogelijke schaduwzijden. Marieke is een leidinggevende van 35 jaar. Ze is sociaal vaardig, intelligent en kan goed organiseren. Ze deed een bedrijfskundige opleiding en ging na haar afstuderen als docent aan de slag in een grote onderwijsorganisatie. Daarin is ze snel gestegen in de hiërarchie. Na haar docentschap kreeg ze een belangrijke coördinerende rol binnen het curriculum van de opleiding.
Speciaal voor NOBCO-coaches
-
Wist je dat je als lid van de NOBCO toegang hebt tot de Boom Coaching Collectie? Hier vind je bijna 300 coachingsboeken die je online kunt lezen. Door gebruik te maken van de Boom Coaching Collectie kun je jezelf verder ontwikkelen en je coachees nog beter begeleiden. Log dus hier snel in!
Die rol is door haar zo voortreffelijk ingevuld, dat zij is gevraagd om te solliciteren toen haar teamleider na vijftien jaar afscheid nam. Tot haar eigen verrassing werd zij unaniem gekozen door de sollicitatiecommissie; nu was zij de nieuwe leidinggevende. Marieke is nu een halfjaar bezig in haar nieuwe rol. Het enthousiasme waarmee ze begon, is inmiddels wat op de achtergrond geraakt. Ze voelt zich moe, slaapt slecht en piekert veel. Er ligt ook heel wat op haar bordje: de opleiding vraagt om vernieuwing, er zit een visitatie aan te komen en enkele docenten functioneren niet goed. Dat alles vraagt veel energie en aandacht, net als haar gezin met twee jonge kinderen en een partner met een drukke baan. Vorige week heeft Marieke het veranderproces bij de opleiding met haar naast hogere leidinggevende doorgenomen. Dat gesprek beleefde ze als zeer onaangenaam. Hij stelde haar voortdurend kritische vragen over het tempo, het draagvlak en de haalbaarheid. Daar probeerde ze zo goed mogelijk antwoord op te geven, maar ze merkte dat ze hem niet helemaal overtuigde. Thuisgekomen belandde ze in een knallende ruzie met haar man. De volgende ochtend realiseert ze zich: ‘Zo gaat het niet langer. Ik moet hulp zoeken.’ Ze voegt de daad bij het woord en maakt een eerste afspraak met een coach.
Persoonsgericht
De eerste coach die Marieke bezoekt, is Carl. Nadat ze zich hebben geïnstalleerd in Carls werkkamer, kijkt Marieke hem enigszins gespannen aan, in afwachting van de opening van het gesprek. Carl kijkt vriendelijk en uitnodigend terug. En wacht af.
Marieke verbreekt de stilte na tien seconden – voor haar gevoel heeft het eindeloos geduurd: ‘Nou, je wilt vast weten waar ik hier voor ben.’
Carl, na een korte stilte: ‘Jazeker. Wil je me er iets over vertellen?’
Marieke, snel en geagiteerd pratend: ‘Nou, dat zal ik doen. De reden dat ik hier ben, is dat het zo gewoon niet langer gaat. Alle ballen die ik in de lucht moet houden, het is gewoon heel veel. Ik weet ook niet zo goed waar ik moet beginnen. De drukte op de opleiding, waar we heel veel te doen hebben in korte tijd. Mijn nieuwe rol, die goed is – maar ook wel heel erg wennen. Thuis zijn het tropenjaren, met een ambitieuze man met ook een drukke baan en twee kleintjes die aandacht vragen. Kun je me nog een beetje volgen?’
Carl: ‘Nou, dat gaat nog goed hoor. Ik bedacht net wel, dat je veel tegelijk wilt vertellen. Kennelijk speelt er veel?’
Marieke: ‘Klopt. Alles een beetje geordend vertellen, valt dan niet mee.’
Carl: ‘Dat snap ik wel, als er zoveel in je omgaat. Net zei je dat je niet zo goed weet waar je moet beginnen. Zullen we eens kijken of we de dingen die voor jou belangrijk zijn een voor een kunnen bespreken?’ Marieke knikt zwijgend.
Carl: ‘Waar zou je mee willen beginnen?’
Zo ontwikkelt zich een gesprek. Carl luistert meestal en vraagt af en toe door. Zijn vriendelijke, open en invoelende houding zijn voor Marieke een verademing; ze voelt zich begrepen. Het ongemak dat ze aan het begin van het gesprek voelde, is grotendeels verdwenen.
Marieke heeft het idee dat ze van Carl alle ruimte krijgt om rustig naar haar vraag te kijken, de verschillende kanten ervan te exploreren en te onderzoeken waar ze last van heeft. Dat is ergens best confronterend voor haar. Zij is eerder geneigd zich sterk te richten op het voldoen aan de verwachting van de ander; nu mag ze zelf de inhoud en richting van het gesprek bepalen. Van dat thema is zij zich op dit moment echter nog nauwelijks bewust.
Iets van ongemak is er bij haar nu wel over het feit dat Carl zo weinig richting geeft. Marieke heeft af en toe best behoefte aan tips of een kritische vraag. Bijvoorbeeld over hoe ze leiding geeft. Per slot van rekening is dat een relatief nieuw terrein voor haar, waar ze nog het een en ander in te leren heeft. Zal Carl haar daarin genoeg kunnen bieden?
Inzichtgericht
Enige tijd later gaat Marieke langs bij een andere coach: Chris. Na een korte kennismaking en een eerste toelichting van Marieke over haar situatie, zoomt het gesprek al snel in op het vervelend verlopen overleg met haar leidinggevende.
Marieke: ‘Ik vind het zo ongelooflijk kortzichtig van hem, hoe hij mij de maat nam over de veranderprocessen. In plaats van te steunen, zet hij je extra onder druk.’
Chris: ‘Kun je me daar een voorbeeld van geven? Wat hij doet hij dan?’
Marieke: ‘Nou, hij stelt bijvoorbeeld allerlei kritische vragen. Hoe zit het met de betrokkenheid van de docenten? Alsof ik daar zelf niet aan gedacht heb! En dan vraagt hij of Leo, een zeer ervaren docent, een rol speelt. Leo was natuurlijk een van de eersten die ik heb benaderd. Dat je daaraan twijfelt, kan er bij mij niet in.’
Chris: ‘Ik hoor je zeggen dat hij je onder druk zet. Uit je verhaal leid ik af dat hij je kritische vragen stelt over het verloop. Klopt dat?’
Marieke: ‘Ja. Dat getuigt van weinig vertrouwen en zet mij dus onder druk.’
Chris: ‘Ik denk even hardop: zou het zo kunnen zijn dat hij je probeert te helpen met zijn vragen?’
Marieke: ‘Dat zou kunnen, maar dat werkt dus averechts.’
Chris: ‘Oké, maar je moet me helpen dit verder te onderzoeken. Waarom denk je dat hij je onder druk zet?’
Marieke: ‘Nou ja! Zo ga je toch niet om met een relatief beginnend leiding[1]gevende? Die moet je toch niet de hele tijd bevragen? Die moet je juist bemoedigen en steunen – dat helpt.’
Chris: ‘En hoe weet je dat jouw conclusie, dat hij weinig vertrouwen in je heeft, waar is?’
Marieke: ‘Nou, dat weet ik niet zeker. Het valt me de laatste weken op dat hij me veel vragen stelt en dan altijd wat moeilijk kijkt als ik antwoord geef.’
Chris: ‘Als ik zo naar je luister, merk ik dat ik een beeld van je aan het vormen ben. Ik wil dat aan je voorleggen, want ik weet niet of het klopt. Kan het zijn dat je je uitgedaagd voelt door je leidinggevende op je competentie en dat je dat lastig vindt om mee om te gaan? Waardoor het lastig voor je is van deze situatie te leren?’
Het gesprek met Chris is voor Marieke geen warm bad, zoals het contact met Carl dat was. In tegenstelling tot Carl probeert Chris de inhoud van wat zij zegt steeds te toetsen op realiteitswaarde. Hij neemt haar uitspraken niet als gegevenheden, maar zoekt actief naar verduidelijking door concrete voorbeelden. Dan probeert hij wat dieper te graven, door haar te bevragen over achterliggende redeneringen en impliciete aannamen.
Wat Chris ook doet, is met Marieke zoeken naar alternatieve interpretaties van de beschreven situaties. Al met al is het een intensief en onderzoekend gesprek, waarvoor Marieke al haar slimheid en denkkracht moet inzetten. Dat prikkelt haar wel. En het geeft haar het idee dat ze tot een verdiept inzicht komt, bijvoorbeeld over de gedachten die haar aanzetten zich zo te gedragen als ze doet.
In tegenstelling tot Carl probeert Chris de inhoud van wat zij zegt steeds te toetsen op realiteitswaarde.
Twijfel heeft ze ook. Chris is wel erg gericht op feitelijke gegevens (‘data’, zoals hij soms zegt), rationele redeneringen en onderbouwing. Heeft hij wel genoeg oog voor emoties en gevoelens? Marieke merkt dat de hele situatie haar best raakt en dat ze zich soms eenzaam en gevangen voelt in haar rollen als beginnend leidinggevende en jonge moeder. Chris nodigt niet erg uit om zulke gevoelens verder te verkennen.
Probleemgericht
De derde coach die Marieke bezoekt is John. Marieke vertelt eerst in het kort waar ze voor komt.
John: ‘Ik hoor je heel veel zaken noemen die je op dit moment bezighouden. Kun je me eens zeggen: wat is je zorg?’
Marieke: ‘Tja … ik geloof dat mijn zorg is dat ik erin vastloop. Of al vastgelopen ben. Dat het me allemaal niet lukt.’
John: ‘Wat bedoel je precies met vastlopen?’
Marieke: ‘Dat ik niet goed invulling aan mijn verantwoordelijkheden kan geven. Op het werk en thuis. Dat ik slecht slaap en moe ben, minder energie en plezier heb in wat ik doe. Dat ik gedoe heb met mensen – mijn leidinggevende, mijn man. Wat in feite nu allemaal gebeurt.’
John: ‘En wat zeg je tegen jezelf, dat je in deze situatie zit?’
Marieke: ‘Nou ja, dat vind ik niet leuk, natuurlijk. Ik schiet tekort. En ik wil niet falen als leidinggevende. Ik voel me ook schuldig naar mijn kinderen, als ik kortaf reageer of weinig rust en aandacht voor hen heb.’
John: ‘Dus je hebt het idee dat je tekortschiet. Ten opzichte van wat of wie schiet je dan tekort?’
Marieke: ‘Ten opzichte van mijn man, die geen leuke vrouw heeft zo. Ten opzichte van mijn team. Die vragen zich af waar de geïnspireerde Marieke van vroeger is gebleven. Mensen gaan me ontzien. “Marieke, zorg je wel goed voor jezelf?” Dat soort opmerkingen vind ik heel lastig: weer iets wat ik niet goed doe.’
John: ‘Dus je schiet naar jouw idee tekort en je doet een heleboel niet goed. Ik vraag me af of er een soort patroon zit in hoe je omgaat met deze situatie. Herken je dat van jezelf als manier van reageren?’
Zo ontwikkelt het gesprek met John zich. Stap voor stap verkent hij met Marieke de manier waarop ze reageert op de druk die ze ervaart. In dit eerste gesprek bespreken ze al welke oorzaken mogelijk buiten Marieke liggen en welke Marieke herkent als persoonlijke belemmeringen. Haar hoge streefniveau, bijvoorbeeld, en haar neiging zo veel mogelijk te willen voldoen aan andermans (vermeende) verwachtingen en haar angst om te falen. Dat terugblikken vindt Marieke confronterend. Het herinnert haar aan eerdere ervaringen waarbij ze daar last van had en die beladen en zwaar voor haar zijn. Wat later in het gesprek komt het accent gelukkig meer te liggen op hoe Marieke de toekomst ziet en waar ze naartoe wil werken.
Al met al is het een gestructureerd gesprek, waarin John haar – zonder te dwingen, maar wel duidelijk – langs een aantal onderwerpen en zaken leidt, die belangrijk zijn voor Marieke’s vraag.
Oplossingsgericht
‘Wat brengt je hier?’ is de vraag die coach Insoo Kim aan Marieke stelt, nadat ze hebben kennisgemaakt. Marieke beschrijft vervolgens haar situatie in het kort.
Insoo Kim: ‘Dus dat is de situatie waarin je je nu bevindt. Waar hoop je op?’
Marieke: ‘Dat het allemaal wat makkelijker zal gaan. Het is nu zoveel! Thuis met het gezin, het werk met al die verantwoordelijkheden.’
Insoo Kim: ‘En als je hoop uitkomt, wat is er dan veranderd?’
Marieke: ‘Dan is er meer balans. Minder “moeten”. Niet meer een gevoel van steeds tekortschieten.’
Insoo Kim: ‘En wat zien anderen je dan doen?’
Marieke: ‘Ik denk dat ze me met meer rust en overzicht zien handelen. Ik ben daardoor duidelijker, maak scherpere keuzes als leidinggevende. Daardoor doe ik minder, maar voor wát ik doe, heb ik meer aandacht. En dat komt mijn rust op het werk en thuis ten goede. Ik zie voor me dat ik ’s avonds niet steeds meer achter de laptop kruip.’ Lachend: ‘Mijn man wordt daar ook blij van!’
Insoo Kim: ‘Ik hoor je een paar keer het woord “rust” gebruiken. Zullen we dat eens wat verder onderzoeken? Wanneer is het je gelukt, al is het maar een beetje, om rust te ervaren?’
Marieke laat een lange stilte vallen: ‘Nou … dat weet ik zo niet, eerlijk gezegd. Nou ja, misschien laatst, toen ik op vrijdagochtend maar één afspraak had op het werk. En dat die werd afgezegd. Dus dat was bij toeval. Maar toen heb ik wel heerlijk rustig thuis zitten werken.’
Insoo Kim: ‘Wat mooi dat dat gelukt is. Wat werkte er goed?’
Marieke: ‘Dat ik even mijn eigen tempo kon bepalen. En een aantal dingen zonder afleiding kon afhandelen. Even kon nadenken wat we de komende weken te doen hebben en hoe we dat goed in gang kunnen zetten.
Insoo Kim: ‘Dus: eigen tempo, geen afleiding en zaken rustig kunnen voor[1]denken. Wat deed je nog meer dat goed werkte?
Doordat Insoo Kim steeds vraagt naar wat al goed gaat, hoe dat werkt en hoe ze dat meer kan doen, komt Marieke in een andere gemoedstoestand.
Het gesprek met Insoo Kim is voor Marieke allereerst energiegevend. Doordat Insoo Kim steeds vraagt naar wat al goed gaat, hoe dat werkt en hoe ze dat meer kan doen, komt Marieke in een andere gemoedstoestand. Ze merkt dat ze zich gaande het gesprek meer gaat richten op haar mo[1]gelijkheden. Het verrast haar dat ze dat in de afgelopen periode een beetje is kwijtgeraakt. Ongemerkt is ze toch meer bezig geweest met wat níet goed ging of níet voldeed aan haar standaard, waardoor belemmeringen en onmogelijkheden voorop kwamen te staan in haar denken. Van Insoo Kim merkt ze dat ze Marieke’s situatie en problemen erkent en er oog voor heeft, maar er tegelijk niet heel lang op doorgaat. Dat toekomst- en doelgerichte is plezierig, vind Marieke; het geeft haar het gevoel dat ze hier doorheen gaat komen.
Te veel aandacht voor de oplossing kan ten koste gaan van de aanpak van het onderliggende probleem.
De enige twijfel is of deze gesprekken ook inzicht gaan opleveren over haar valkuilen. Gaat een teveel aan aandacht voor de oplossing niet ten koste van aandacht voor het onderliggende probleem? Bijvoorbeeld haar neiging om te hoge eisen aan zichzelf en anderen te stellen?
Bron: Dit artikel is een bewerking van een hoofdstuk uit De juiste vraag — De kunst van het vragen stellen in coachende gesprekken van Joris Brenninkmeijer en Mieke Voogd (pag. 93-102)